‘Nederland op het Eurovisie Songfestival in de jaren vijftig en zestig: muziek, politiek en performance’ door Marjolein Wellink

Essay Uitgelicht

Madrid, 29 maart 1969

Met het nummer “De Troubadour” deelt Lenny Kuhr de winst op het Eurovisie Songfestival

 Nederland op het Eurovisie Songfestival in de jaren vijftig en zestig: muziek, politiek en performance

Waar anno 2017 tijdens de finale van het Eurovisie Songfestival de uitspraak “and our twelve points go to” meer dan veertig keer te horen is en er dan ook honderden punten nodig zijn om de winst te behalen, waren in 1969 voor Lenny Kuhr slechts 18 punten voldoende om de competitie te winnen. Ze moest haar zege echter wel delen met de inzendingen van Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Spanje, die allemaal net zoveel punten behaalden. Er was nog geen regel die hierbij een beslissing maakte, dus het zou voor altijd een gelijkspel blijven. Tegenwoordig zijn meerdere regels in het leven geroepen die ervoor zorgen dat zoiets in de toekomst onmogelijk is.[1] Dat dit toentertijd geaccepteerd werd is vandaag de dag daarnaast ook bijna niet voor te stellen vanwege het toegenomen competitieve karakter dat het festival nu omringt, iets dat, denkend aan de oorspronkelijke boodschap, erg bijzonder is.

In 1956 vond het eerste Eurovisie Songfestival plaats, waarmee gepoogd werd een contrapunt te creëren met de politieke spanningen binnen Europa.[2] Het was de bedoeling een gemeenschappelijk Europees gevoel uit te dragen middels een televisiewedstrijd waar meerdere Europese landen aan zouden deelnemen. Een gelijkspel zou in dit geval dus helemaal niet uit moeten maken. Stephen Coleman stipt aan dat deze competitie echter een vreemd middel is om dit doel te bereiken, aangezien de verscheidenheid aan inzendingen vooral verschillen tussen culturen laten zien en benadrukt.[3]

Regelmatig ontstaan discussies rondom het Eurovisie Songfestival, dat veel geld zou kosten, onzinnig zou zijn en vooral zou draaien om politieke kwesties en een goede performance, in plaats van de muziek die zo centraal lijkt te staan in de titel (“Eurovision Song Contest”). Voor deze laatste twee aspecten valt iets te zeggen. Dafni Tragiki schrijft in de introductie van haar boek Empire of Song: Europe and Nation in the Eurovision Song Contest over het belang van het optreden: “It is important to bear in mind that, perhaps more than anything else, ESC is about music mediated by people; about performances framed in history.”[4] Het zijn de performances die kijkers bijblijven en van groot belang zijn, zoals die van The Common Linnets in 2015. Voordat het Songfestival in dat jaar begon werd dit duo niet als erg kansrijk gezien, maar dit alles veranderde na hun eerste repetitie. De cameravoering, keuze voor licht en de grafische effecten op het podium maakten het tot een bijzonder geheel. “This is all part of the magic of Eurovision. Sometimes a song that can seem really flat and ordinary in its studio version magically comes to life when it’s performed on stage at Eurovision,” werd geschreven op Wiwibloggs.[5]

De politieke kwesties spelen vooral rondom de stemming, iets dat nog extremer werd zodra mensen thuis mee konden stemmen bij de internationale competitie. Voordat hier in 1997 de eerste proeven mee gedaan werden, waren het slechts de jury’s van de verschillende landen, bestaande uit ongeveer tien “gewone” personen, die bepaalden hoeveel punten naar welke inzending gingen.[6] Bij het bekendmaken van de precieze puntenverdeling komen politieke spanningen tussen landen goed naar voren. Een voorbeeld is het aanhoudende conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan, die elkaar nooit punten toekennen en zelfs niet meedoen als het festival in het land van de vijand plaatsvindt. Tegengesteld hieraan zijn verbonden tussen landen ook duidelijk aanwezig, zoals het feit dat Nederland en België elkaar vaak juist ondersteunen met punten. Naast de jaarlijkse puntentelling kunnen ook rondom de specifieke nummers politieke rellen afspelen. In 2016 kreeg de Oekraïense Jamala veel commentaar op haar nummer “1944,” waarin ze zong over de verdrijving van Krim-Tartaren door Rusland in datzelfde jaar. Gevoelig, omdat twee jaar voor die editie van het festival Poetin de macht overnam op de Krim, en er eigenlijk een “no-politics” regel bestaat wat nummers betreft.[7]

Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat performance erg belangrijk is, en dat politieke aspecten daarnaast ook een zeer grote rol spelen bij het Eurovisie Songfestival en de discussie daaromheen. Maar de vraag rijst of dit altijd al zo geweest is. Hoe was het in de jaren vijftig en zestig, toen er nog een stuk minder technologische mogelijkheden waren wat betreft cameravoering en decor? Hoe verhielden Nederlandse inzendingen voor het Songfestival zich tot politieke gebeurtenissen? Wat waren destijds muzikale conventies en hoe verhielden de inzendingen zich hiertoe? Kortom: wat was het gewicht van politiek, performance en muziek bij Nederlandse inzendingen voor het Eurovisie Songfestival in de jaren vijftig en zestig?

Muziek

Vanaf de eerste editie van het Eurovisie Songfestival in 1956 waren de nummers te omschrijven als netjes, conventioneel en herkenbaar. De zangeressen en zangers werden begeleid door een orkest en de onderwerpen waren onschuldig, zoals de allereerste inzending, Jetty Paerls “Vogels van Holland,” dat precies gaat over dat wat de titel suggereert. In dit nummer worden coupletten, geheel volgens verwachtingen afgewisseld door het refrein en een bridge. Alle landen maakten gebruik van het symfonieorkest, dat ervoor zorgde dat er een klassieke klank aan de nummers gegeven werd. Behalve de gezongen taal was er weinig diversiteit te vinden tussen de landen en de eerste jaren.

Als onderdeel van een bredere muziekhistorische ontwikkeling veranderde de stijl van nummers echter langzamerhand, aangezien deze steeds meer als ouderwets werden ervaren. De jeugdcultuur kwam eind jaren vijftig op, en rock ’n roll werd steeds populairder. De Nederlandse organisatie in Hilversum wilde dit echter niet het “prestigieuze” festival laten beïnvloeden, dus de nummers bleven klassiek.[8] Toen in 1962 het rock-duo The Padre Twins gekozen werd om deel te nemen met het nummer “Katinka,” werd de stugheid van de Nederlandse organisatie nog eens pijnlijk duidelijk. Het Nederlandse nummer paste niet bij deze artiesten, dus uiteindelijk gingen De Spelbrekers Nederland vertegenwoordigen. Blijkbaar stond het nummer, dat nog precies binnen diezelfde traditie paste die de jaren daarvoor gevestigd was, vast, en was hierover geen discussie mogelijk: dan maar een ander duo. Overigens behaalden De Spelbrekers geen enkel punt in de internationale competitie, terwijl zij in Nederland zeer succesvol waren.

In 1964 braken The Beatles definitief ook door in Nederland, en het was onmogelijk om deze ontwikkelingen binnen de popmuziek te negeren. Toch duurde het nog twee jaar voordat er door Nederland een echt vernieuwend nummer ingezonden werd. Meerdere landen kozen hiervoor in 1966, wellicht had dit te maken met de winst van de Luxemburgse France Gall het jaar daarvoor, die de eerste winnares met een uitgesproken popnummer was. In de Nederlandse inzending van 1966, “Fernando & Filippo” door Milly Scott, werden latin-achtige, dansbare ritmes toegelaten.

In de jaren die volgden werd het niet meer vanzelfsprekend om het symfonieorkest te gebruiken, en de nummers werden meer divers. Deze muzikale veranderingen op het Eurovisie Songfestival halverwege de jaren zestig hebben er mede voor gezorgd dat in 1969 vier zulke verschillende inzendingen de winst moesten delen. “De Troubadour” zou folk genoemd kunnen worden vanwege de gitaren, terwijl de andere nummers een klassiek Frans chanson, een Engels popnummer en Spaans, zeer dansbaar lied waren. De muzieksmaak van Europa was niet zo homogeen als de eerste jaren van het festival geleken had, en dit werd duidelijk in de verscheidenheid van nummers die even populair waren.

Politiek

Beslissingen die genomen werden op politiek gebied hebben bijgedragen aan een typerend element van de Nederlandse inzendingen voor het Eurovisie Songfestival in de jaren zestig. In 1964 doorbrak Anneke Grönloh uit Nederlands-Indië “the spell of whiteness.”[9] Migratie zorgde ervoor dat Nederland een steeds meer multicultureel land werd, en deze “nieuwe Nederlanders” werden niet vergeten bij het Eurovisie Songfestival. De Padre Twins die in 1962 Nederland zouden vertegenwoordigen behoorden ook tot deze groep migranten, maar doordat zij afzagen van deelname was Grönloh de eerste die in de internationale competitie verscheen en wat etniciteit betreft een grens doorbrak. Milly Scott was in 1966 de eerste donkere artiest, en het zou nog 34 jaar duren voordat een ander land een niet-blanke artiest stuurde. Nederland werd als een zeer vooruitstrevend land gezien, want, hoewel na verloop van tijd het Eurovisie Songfestival veel verschillen tussen Europese landen benadrukt heeft, is er toch sprake van “whiteness” dat grotendeels maar voor lief genomen lijkt te worden.[10] De Nederlandse inzendingen hebben echter een pioniersrol vervuld in dit opzicht, door het multi-culturele aspect in hun inzendingen regelmatig terug te laten keren.

De deelname van de van oorsprong jazzzangeres werd in Nederland zelf echter niet met veel gejuich ontvangen. Haar nummer werd sceptisch ontvangen, en critici vonden het niet geschikt voor het Eurovisie Songfestival.[11] Zelfs nadat ze de nationale competitie won werd het als te commercieel en simpel beschouwd, maar het blad Muziekparade vermoedde dat de “spicy” ritmes zorgden voor de populariteit.[12] Kortom, de diversiteit in de muziekstijl werd ook beïnvloedt door het sturen van Milly Scott. Volgens Lutgard Mutsaers is het waarschijnlijk dat specifiek Scott gestuurd werd met dit nummer, omdat elementen in de muziek die omschreven worden als temperament, fris, swingend, pittig en ritme verwijzen naar dat wat toentertijd een taboe was: “the stereotypical connotations of sensual physicality and liberated sexuality associated with the body and voice of a black woman.”[13]

De elementen die vandaag de dag vol politieke aspecten zitten, zoals het stemmen en de teksten van nummers, waren niet zo van belang voor Nederlandse inzendingen in de jaren vijftig en zestig. Er deden ook nog een stuk minder landen mee (niet meer dan achttien) en de teksten waren allemaal zeer onschuldig. Het lijkt erop dat de gedachte dat het Eurovisie Songfestival eenheid moet creëren nog een stuk verser in het geheugen lag van de deelnemers en juryleden. Philip Bohlman schrijft overigens dat het ook vaak voorkomt dat politieke aspecten toegekend worden aan landen terwijl dit niet per se de bedoeling is.[14] Wellicht is het publiek hier in 2017 een stuk meer mee bezig, omdat er meer spanningen zijn binnen het gehele idee van Europa en wat Europees zijn nou eigenlijk inhoudt.

Hoe vooruitstrevend haar optreden ook beschouwd werd, met slechts twee punten en een vijftiende plaats waren er achteraf niet veel goede woorden over voor het nummer van Scott. “Wat een blunder voor Nederland om Milly Scott met zo’n liedje te sturen. ’t Leek wel een circus zoals zij met twee ‘Mexicanen’ uitgelaten schreeuwend het toneel opkwam, om een liedje zonder inhoud te zingen,” aldus dhr. Bentelaar in een ingezonden brief naar het democratisch-socialistisch dagblad Het vrije volk.[15] Dit toont aan dat het hier toch vooral de muziek zelf is die belangrijk geacht wordt, en er is ook enige aandacht voor de performance.

Performance

Het is bijzonder dat, toen in 1957 de Nederlandse Corry Brokken won, niet zij maar de componist in het middelpunt van de belangstelling stond. “Grand Prix voor Guus Jansen,” zo kopte De Telegraaf een dag later.[16] Brokken wordt slechts kort genoemd, iets dat veel zegt over hoe er naar de uitvoerenden gekeken werd, wat aangeeft dat de uitvoerenden een minder belangrijke positie hadden in het geheel. De compositie zelf is hierbij dus de essentie en de componist wordt geprezen.

Nu is dit wellicht vreemd, maar in de beginjaren was er nog geen sprake van zeer bijzondere optredens. De microfoon en artiest stonden klaar, de dirigent werd opgeroepen en die startte het orkest en zo het nummer. De eerdergenoemde opmerkingen over Milly Scott van dhr. Bentelaar, zoals zij “uitgelaten schreeuwend het toneel opkwam,” zijn in wezen opmerkelijker dan op het eerste oog lijkt. Het was namelijk iets heel nieuws, hoe zij met een microfoon in de hand de trap af kwam huppelen. De artiest stond niet achter een microfoon dat op standaard bevestigd was, maar bracht de microfoon zelf mee. Dit was nooit eerder gedaan en dan ook zeer vernieuwend, maar deze keuze kon blijkbaar niet op louter positieve reacties rekenen.

Het is opvallend dat slechts twee jaar later het Nieuwblad van het Noorden Ronnie Tober juist op zijn optreden afrekent.[17] Volgens de krant en de zanger zelf was er met het nummer “Morgen” niets mis, maar bij het optreden overstemde het orkest de zanger. Het meest interessant is echter de opmerking over het visuele aspect: “Ook de tv-presentatie van zijn optreden was matig; in elk geval belangrijk minder ‘showy’ dan bijvoorbeeld van het voor Monaco zingende duo Tine en Willy. Nu is het natuurlijk wel zo dat de ene vocalist de fantasie van de regisseur meer prikkelt dan de andere.”[18] Er werd plots een stuk meer aandacht gegeven aan het optreden en de manier waarop dit binnen komt in de huiskamers. Wellicht heeft dit te maken met de eerste kleurentelevisies, en werd het steeds meer bekeken? Het optreden zelf werd dus aan het begin van het Eurovisie Songfestival niet als erg belangrijk gezien, maar veranderingen op dit gebied deden eind jaren zestig wel hun intrede.

Conclusie

Terwijl Corry Brokken in haar tijd nog niet als de winnares werd gezien, maar de componist deze titel kreeg, was in 1967 Thérèse Steinmetz zich er zeer van bewust dat het Eurovisie Songfestival een carrière kon breken. Hier wordt bijvoorbeeld specifiek op ingegaan in het Nieuwsblad van het Noorden van 10 april datzelfde jaar, waarin wordt vermeld dat Steinmetz niet verwacht dat de lage waardering van haar nummer een negatieve invloed zou hebben op haar carrière in Nederland, aangezien haar album het al enorm goed deed voordat het festival begon.[19] Het Eurovisie Songfestival was toen al een medium waarbij artiesten zich bewust waren van de invloed die media-aandacht uit kan oefenen op een carrière, iets dat niet veranderd lijkt te zijn.

Wel is het belang van politiek als onderdeel van het Eurovisie Songfestival veranderd. De gedachte dat het voor eenheid binnen Europa moest zorgen werd nog lang in het achterhoofd gehouden, en de nummers an sich waren onschuldig. Politieke beslissingen hadden echter wel op een andere manier een effect op de inzendingen vanuit Nederland. Door migratie werd Nederland meer multicultureel, waardoor onder andere Anneke Grönloh en Milly Scott ervoor zorgden dat Nederland als vooruitstrevende speler werd gezien. Het duurde daarnaast een hele tijd voordat performance belangrijk werd. De artiesten waren slechts uitvoerenden, en de componisten kregen de volle lof wanneer een inzending de winst behaalde. Toen Milly Scott in 1966 haar optreden vernieuwende aspecten aanbracht en op dit gebied grenzen verlegde, kon dit nog niet op veel positieve reacties rekenen. In 1968 werden showelementen echter als zeer belangrijk onderdeel gezien, en werd hier zelfs over geschreven als een van de redenen dat de Nederlandse inzending niet de winst behaalde.

En waar blijft de muziek in dit geheel? Bovenstaande toelichting op het belang van politiek en performance bij inzendingen voor het Eurovisie Songfestival vanuit Nederland hebben meermaals aangetoond dat de muziek zelf nog erg belangrijk werd geacht, voornamelijk in het begin. Als de componist van een nummer als winnaar genoemd wordt, en niet de uitvoerende, dan duidt dit op een waardering voor het nummer, en wordt er minder belang gehecht aan de uitvoering. Politiek had bovendien zowel invloed op de artiest als het nummer dat ingezonden werd door Nederland, en het lijkt er niet op dat het kiezen van de winnaar zeer politiek gekleurd was.

Doordat in de loop van de jaren zestig ook performance steeds belangrijker werd en politiek dus een rol speelde bij het karakter van de nummers, zou ik graag spreken van een piramide van aspecten waardoor eind jaren zestig het Eurovisie Songfestival door critici beoordeeld werd. Het nummer is nog het belangrijkst, deze staat onderaan als fundering. Daarboven volgt de performance, want, zoals bij Ronnie Tober in 1968 bleek, kan een nummer nog zo goed zijn, maar als de performance niet goed is wordt de top niet bereikt. Politiek is tot slot het topje van de piramide dat vanaf de zijlijn al jaren meepraatte, maar er pas in 1997 op gebouwd werd toen miljoenen mensen mee konden stemmen. In deze latere jaren ging het pas een rol ging spelen en kon het er alsnog voor zorgen dat een land wel of niet won.

Ieder jaar veroorzaakt het Eurovisie Songfestival weer een grote discussie in Nederland. Voor- en tegenstanders ontmoeten elkaar op televisie, in kranten en op het internet. Daarnaast is het regelmatig voorgekomen dat de nummers die ingezonden werden het goed deden in de Nederlandse hitlijsten. Zolang Nederland deel blijft nemen aan het Eurovisie Songfestival, doet het veel stof opwaaien en worden er nummers gecreëerd die in de hitlijsten blijven komen. Zolang Nederland deel blijft nemen aan het Eurovisie Songfestival is het een belangrijk onderdeel van de Nederlandse muziekcultuur.

 

Discografie

In de Spotify-afspeellijst “Nederland op het songfestival” zijn alle inzendingen vanuit Nederland te beluisteren (indien beschikbaar) –

 

Bronnenlijst

BBC “Eurovision’s Ukraine singer Jamala pushes boundaries on Crimea,” BBC, http://www.bbc.com/news/world-europe-36265593, geraadpleegd op 10 november 2017.

Bohlman, Philip. “There Is Hope for Europe: The ESC 2014 and the Return to Europe.” OUPblog, 13 mei 2014, https://blog.oup.com/2014/05/eurovision-hope-for-europe/.

Coleman, Stephen. “Why is the Eurovision Song Contest Ridiculous? Exploring a Spectacle of Embarrassment, Irony and Identity.” Popular Communication 6 (2008): 127-140.

De Telegraaf, 4 maart 1957.

Eurovision.tv. “Rules.” https://eurovision.tv/about/rules, geraadpleegd op 10 november 2017.

Het vrije volk, 9 maart 1966.

Mutsaers, Lutgard. “Fernando, Filippo, and Milly: Bringing Blackness tot he Eurovision Stage.” In A Song for Europe: Popular Music and Politics in the Eurovision Song Contest, geredigeerd door Ivan Raykoff en Robert Deam Tobin, 61-70. Aldershot: Ashgate, 2007.

Nieuwsblad van het Noorden, 8 april 1968.

Nieuwsblad van het Noorden, 10 april 1967.

Tragaki, Dafni, red. Empire of Song: Europe and Nation in the Eurovision Song Contest. Lanham: The Scarecrow Press Inc., 2013.

Wiwibloggs. “The Netherlands: Wiwi Jury Reviews the Common Linnets with ‘Calm After the Storm.’” http://wiwibloggs.com/2014/04/05/netherlands-jury-reviews-common-linnets/43619/, geraardpleegd op 10 november 2017.

[1] “Rules,” Eurovision, https://eurovision.tv/about/rules, geraadpleegd op 10 november 2017.

[2] Philip Bohlman, “There Is Hope for Europe: The ESC 2014 and the Return to Europe,” OUPblog, 13 mei 2014, https://blog.oup.com/2014/05/eurovision-hope-for-europe/.

[3] Stephen Coleman, “Why is the Eurovision Song Contest Ridiculous? Exploring a Spectacle of Embarrassment, Irony and Identity,” Popular Communications 6 (2008): 128.

[4] Dafni Tragaki, “Introduction, in Empire of Song: Europe and Nation in the Eurovision Song Contest red. Dafni Tragiki (Lanham: The Scarecrow Press Inc., 2013), 16.

[5] “The Netherlands: Wiwi Jury Reviews the Common Linnets with ‘Calm After the Storm,’” Wiwibloggs, http://wiwibloggs.com/2014/04/05/netherlands-jury-reviews-common-linnets/43619/, geraardpleegd op 10 november 2017.

[6] Het precieze aantal varieerde regelmatig, zie https://en.wikipedia.org/wiki/Voting_at_the_Eurovision_Song_Contest voor een overzicht.

[7] “Eurovision’s Ukraine singer Jamala pushes boundaries on Crimea,” BBC, http://www.bbc.com/news/world-europe-36265593, geraadpleegd op 10 november 2017.

[8] Lutgard Mutsaers, “Fernando, Filippo, and Milly: Bringing Blackness tot he Eurovision Stage,” in A Song for Europe: Popular Music and Politics in the Eurovision Song Contest, red. Ivan Raykoff en Robert Deam Tobin (Aldershot: Ashgate, 2007), 64.

 

[9] Mutsaers, “Fernando, Filippo, and Milly,” 61.

[10] Ibid., 62.

[11] Ibid., 66.

[12] Mutsaers, “Fernando, Filippo, and Milly,” 66.

[13] Ibid.

[14] Philip Bohlman, “There Is Hope for Europe: The ESC 2014 and the Return to Europe,” OUPblog, 13 mei 2014, https://blog.oup.com/2014/05/eurovision-hope-for-europe/.

[15] Het vrije volk, 9 maart 1966, 2.

[16] De Telegraaf, 4 maart 1957, 1.

[17] Nieuwsblad van het Noorden, 8 april 1968, 9.

[18] Ibid.

[19] Nieuwsblad van het Noorden, 10 april 1967, 3.

nl_NL