Recensie: Wonderfeel

Wie Festival Wonderfeel nog niet kent woont waarschijnlijk onder een steen… Of heeft toevallig iets minder Hucbaldianen op Facebook… Of heeft dat platform allang verlaten. Dat mag allemaal, maar woon je nu onder die steen dan gooi ik die met deze recensie toch graag weg. Het uitgangspunt van het festival is: klassieke muziek in de natuur, maar er was zó veel meer te horen dan “slechts” de klassieke muziek die je gewend bent. Voor de liefhebber was er natuurlijk genoeg Beethoven, Brahms, Schumann en Schubert om van te genieten, maar voor wie het klassieke genre graag op een ruimere manier benadert is Wonderfeel evengoed of misschien wel júíst een aanrader.

Zo lag ik op zaterdag te zonnen in het open veld achter podium Ongehoord waar pianist Daan Vandewalle harmonieën zo-contemporary-als-maar-kan speelde in zijn soloconcert gewijd aan Songs of Insurrection (2016) van Frederic Rzewski. Hier viel mij op hoe bijzonder het eigenlijk was om podia midden in de natuur te zien.  Met het wegnemen van de concertzaal neemt Wonderfeel ook een deel van de “klassieke” etiquettes weg. Natuurlijk waagt niemand het om zomaar door het concert heen te lullen – wees niet bang –  maar de sfeer is losser en, dare I say, gezelliger. Je kan tijdens de soundcheck al aan komen wandelen of achteraf met gemak een babbeltje maken met de musici. Tijdens het concert liep Vandewalle af en toe naar de microfoon om het publiek wat te vertellen over de liederen die hij speelde: stuk voor stuk geïnspireerd door historische momenten van sociaal onrecht. Dit deed niet aan als een presentatie maar als een gesprek. Op de voorste bankjes zaten mensen aandachtig te luisteren, in het gras lag een stel iets minder aandachtig weg te dommelen. Geen enkele verontwaardigde blik werd geworpen en zo ging de middag ondanks (of dankzij) de verzetsliederen vredig over in de avond.

Op een andere locatie, diep in het bos, klonk rond de schemering een oorverdovende geluidenstorm die mij eerst even liet denken dat een giga onweersbui een einde kwam maken aan de droogte. Het bleek de soundtrack van de voorstelling WRECK – List of extinct species (2017) te zijn: een confronterende dans met een zwart, zwevend rechthoek dat alles opslokte wat in de buurt kwam. Dit was het eerste jaar dat Wonderfeel een dansprogramma aanbood en volgens mij was het een succes. Ondanks de muggen en dalende temperatuur waren alle bankjes binnen no-time bezet en daarnaast én achter verzamelde zich een steeds grotere groep mensen. In eerste instantie wellicht getrokken door de bombastische muziek, daarna nieuwsgierig naar het naderende zwevende monster en de dramatische lichtshow en gebleven voor de choreografie en de dansers die met gepaste ernst schakelden tussen groots en kwetsbaar. We vertrokken in het pikkedonker, nadenkend over hoe en waarom het handelen van de mens steeds weer leidt tot vernietiging en ons afvragend of we kunnen ontsnappen aan de structuren die ons daartoe bewegen.

Verder was het ook reuze gezellig hoor! Het toppunt van die gezelligheid was wel De Meezingbende: een levende jukebox die de muzikale begeleiding verzorgt van bijna elk Nederlands lied naar wens. Dorus, Shaffy, Hazes; noem ze maar op. Iedereen zong de longen uit hun lijf: van bezoeker tot vrijwilliger tot directeur. Het motto van De Meezingbende (“kun je niet zingen, zing dan mee”) was méér dan gepast. De connectie met klassieke muziek? Het zijn klassiekers, dûh. Gelukkig lagen er tekstboeken klaar voor hen die niet per se zijn opgegroeid met een dergelijke Nederlandse liedcultuur (c’est moi).

Als kind vlogen mij eerder flarden van gekke jazz om de oren en zelfs dáár was een prachtig programma voor opgesteld. In de Schuur vond een kruisbestuiving plaats tussen jazz en klassiek, volledig geprogrammeerd door Loes Rusch, die sommigen van jullie zullen kennen als docent. Benieuwd naar bijvoorbeeld het concert van jazz pianist Harmen Fraanje las ik aan een groepje mede-geïnteresseerden de beschrijving voor uit het programmaboekje, om vervolgens onderbroken te worden door Harmen Fraanje die naast ons bleek te zitten en eigenlijk ook wel benieuwd was naar wat dat boekje over hem te zeggen had. Dat schepte de nodige verwachtingen, (“Met verstilde improvisaties creëert hij impressionistische klanklandschappen waarin je kan verdwalen en wegdromen. Wonderschoon en poëtisch.”) waarvan hij zich afvroeg of hij er wel aan kon voldoen. Ik heb zijn recital bijgewoond – in een schuur ja – en kan zeggen dat hij die verwachtingen waarmaakte. Helaas was het oudere stel naast mij dat niet met me eens… Zij lieten al snurkend weten niet onder de indruk te zijn. Leek het toch nog een beetje op een klassiek concert zoals we gewend zijn. Aan ons om die norm te veranderen, met Wonderfeel op sleeptouw.

nl_NL