Lees dit alsjeblieft met een korrel zout

Dit is een blog over carnaval, maar vooral over zelfexpressie en zelfrespect. Over hoe ‘de
Nederlander’ een gebrek aan de eerste heeft en een veel te diepe put van de tweede. Over hoe de
politici in Den Haag zich oersaai kleden, en hoe ik misschien nog één positief woordje over Hugo de
Jonge kan opbrengen. Wat volgt is een commentaar op de Nederlandse cultuur waarin
noodgedwongen carnaval tot zijn huidige karakter is uitgegroeid. Voorafgaand een klein excuses aan
de lezende zuiderling of carnaval-sympathisant, voor mijn ongetwijfeld verkronkelde perspectief.
Afijn, hieronder een haast Adorniaans kritiek van het feest dat mijn maten met de zachte G zo dicht
bij hun hart dragen.

Laten we beginnen met een schets van een land. Een land waar het hoofd boven het maaiveld
uitsteken met de dood strafbaar is. Een land waar normaal doen, al gek genoeg is. Een land waar de
bevolking hooivorken en fakkels op houdt als een minister kleurrijke schoenen aantrekt op de
bordesfoto. Een bordesfoto waar overigens zo veel doodsaaie blauwe pakken te zien zijn, dat je je
gaat afvragen of er nog wel genoeg stof over is voor de Albert Heijn om werkkleding van te maken.
Waar iedereen Freddy Mercury, David Bowie en Elton John fantastisch vindt, maar te bang is om in
hun voetsporen te treden. Dat pandemonium van onderdrukte persoonlijkheid is Nederland.
Carnaval lijkt een ware antithese van deze Nederlandse geest. Een prachtig moment om los te
breken van innerlijke onderdrukking, en om even volledig uit je bol te gaan. Een halve week waarin je
dat saaie blauwe pak de kast in kan stoppen, en een kleurrijke ervoor in de plaats aantrekken.
Wanneer je zo hard kan huilen en lachen als je wilt, zonder dat iemand er van op kijkt. Een utopie
van zelfexpressie. Maar wat is dat allemaal precies waard, als je vervolgens weer een jaar lang
nuchter dat blauwe pak aan moet trekken in de ochtend. Vrij weinig, zou ik stellen. Carnaval
verschaft het volk geen bevrijding van de onderdrukte zelfexpressie, enkel een driedaagse illusie
daarvan. Een erbarmelijke gift van een benauwende samenleving.

Zoals Joan Baez en Bob Dylan de massa in een dissociatieve staat van politieke terugtrekking wiegen,
zo doven Snollebollekes en Jos van Oss alle vuurtjes van zelfexpressie. Het enige bestaansrecht van
carnavalsmuziek is om ons te doen vergeten hoe verrot Nederlandse zelfexpressie is. In een
daadwerkelijk mooie samenleving is de bordesfoto geen kleurimpressie van de Noordzee, maar een
ode aan de regenboog. Daar is helemaal geen behoefte aan een driedaags feest, want daar is het
elke dag carnaval.

nl_NL