Muzieknotatie
Muziek lezen en schrijven leerde ik via Cakewalk Pro (nog voordat het Cakewalk Sonar heette) rond het jaar 2000. Ik was een groot Queen-fan en ik vond een hele collectie van MIDI-bestanden van die band. Ik speelde ook net klassiek gitaar, dus ik probeerde het op mijn gitaar te spelen. Ik begon met het transcriberen van “Innuendo” en had nog moeite te begrijpen dat kortere notenwaarden niet per definitie snel zouden klinken. Ik snapte niet waarom het programma geen kleinere waarden dan 256ste noten had, want het intermezzo-gedeelte klonk nog steeds te langzaam. Via trial-and-error leerde ik hoe tempo en ritme werkten en hoe ze relateerden aan notenwaarden.
De videoclip van Metallica’s symfonische versie van “Nothing Else Matters” werd erg vaak vertoond op MTV en TMF (dat waren nog eens tijden). Ik kwam op het idee om het nummer uit te voeren voor mijn muziekschool: ik op gitaar en mijn broer op zijn toen gloednieuwe keyboard. Zijn Roland keyboard had namelijk een overtuigend strijkers-patch. Het enige probleem was dat er geen bladmuziek beschikbaar was voor de symfonie. Ik besloot het stuk op mijn gehoor uit te schrijven en te arrangeren voor mijn broer met Cakewalk (ik dacht nog de partituur te hebben bewaard—dat wordt nog even zoeken geblazen). Ik weet nog dat ik uren en uren met mijn koptelefoon probeerde te vertalen wat ik hoorde op de track naar muzieknotatie. De harp was het laatste onderdeel en dat was nog niet eens nodig; ik was dan ook een perfectionist.
Ik arrangeerde ook andere songs van Metallica voor mijn broer: “Master of Puppets” en “One” voor piano (solo). Beide stukken had hij uitgevoerd op school—“Puppets” zelfs op een vleugel bij een klassieke avond. Het is jammerlijk dat het filmen van momenten toen niet zo gemakkelijk was als nu. Gelukkig blijven het mooie herinneringen.
Mijn transcriberen en arrangeren ben ik blijven doen. Ik probeerde ook andere software zoals Guitar Pro, Finale, Cubase, LilyPond, Sonar, en Sibelius. Sibelius ben ik sindsdien blijven gebruiken.
Het is nu zestien jaar later. Volledig opgenomen orkestleden kunnen worden aangestuurd met muzieknotatiesoftware (zoals de Hollywood Orchestra-serie van EastWest). De muziek die een musicus in zijn hoofd heeft bij het schrijven van muziek kan heel overtuigend worden gerepliceerd via deze virtuele instrumenten (of instrumentalisten, afhankelijk hoe er naar wordt gekeken). De manier van invoer heeft ook een ontwikkeling doorgemaakt, zoals met stylus-ondersteunende tablets via StaffPad en de vele nieuwe mogelijkheden van Steinbergs aankomende Dorico (gemaakt door het oorspronkelijke Sibelius-team).
Het beheersen van een muzieknotatiesoftwarepakket (Sibelius, Finale, en de gratis MuseScore en Finale Notepad zijn voor nu aan te raden; of wacht nog even op Dorico) kan dus duidelijk een aanwinst zijn. Niet alleen kunnen muzikale ideeën op professionele kwaliteit worden genoteerd, maar deze ideeën kunnen ook overtuigend ten gehore worden gebracht.