Sitecolumn #56

Een paar jaar geleden zei op een feestje een random persoon tegen me: “Jij bent vast en zeker zo’n festivalganger.” Toen was ik nog op geen enkel festival geweest, dus ik had geen idee of ik dat was. Nu ik in mijn tent lig, hier op Down the Rabbit Hole, met net een fantastisch afsluitend concert van Nick Cave achter de rug, kan ik met zekerheid stellen dat die persoon toch gelijk had. Ik schrijf deze column ook op mijn telefoon, omdat plannen moeilijk is en ik nog niet echt een goed idee had wat ik moest schrijven voordat ik vertrok. Inmiddels heb ik dat nog steeds niet echt, maar ja, je moet iets. Mijn excuses dus als deze column dus wat stream of consciousness-achtig is, of als autocorrect opeens zich raar geranium…

Anyway, voor mij is de festivalzomer alweer bijna voorbij. Een klein maandje geleden was Best Kept Secret, een soort van de concurrent van Down the Rabbit Hole, en doordat ik vrijkaarten had gewonnen op de editie van 2017 kon ik dit jaar naar allebei de festivals! Hoewel dit jaar het weer iets minder was dan vorig jaar, was het nog steeds fantastisch, en de line-up, ook minder dan vorig jaar – maar ja, beter dan Radiohead en Arcade Fire krijg je niet) was nog steeds geweldig. Altin Gün, een Nederlands-Turkse progrockband, wist meteen te overdonderen met hun seventiesrock met Turkse invloeden. Warpaint wist zaterdag met hun prachtige harmonieën hoofdpodium ONE stil te krijgen en daarna was The National. Holy. Shit. Ik ben al een aantal jaar enorm fan van The National, en hun concerten in november in de Afas Live waren ook geweldig, maar dit sloeg alles. De band was perfect op elkaar ingespeeld, en frontman Matt Berninger, altijd een bijzondere verschijning, wist precies op het randje te lopen tussen zelfbewustzijn en dronkenschap, waar eerdere shows vaak één van beide kanten op neigden. Er werd een vlieg ingeslikt, hij zong een nummer met zijn hoofd op een uit het publiek aangereikte ballon (die al snel knapte) en als absolute hoogtepunt werd er zelfs een nummer persoonlijk aan mij opgedragen. Alles klopte aan de show. Zou de zondag er nog overheen kunnen? Zou DTRH geen geldverspilling zijn na zo’n zinderende show?

Allereerst die zondag. Het leek er even op dat die er niet meer overheen zou komen. Het weer kwam in de buurt van de editie van 2017, maar de acts van de ochtend en het begin van de middag waren minder daverend. Het grootste deel van de tijd werd besteed aan kaartspelletjes spelen met muziek op de achtergrond. Ook leuk, maar dat kan natuurlijk ook bij een Hucborrel. Die avond zag er toch heel anders uit. Father John Misty, de voormalige drummer van Fleet Foxes, daagde uit met zijn intellectuele (en volgens velen pretentieuze) muziek, een geweldige combinatie van maatschappijkritiek, zelfkritiek en prachtige gelaagde folkrock. Maar daarna kwam het vuurwerk pas: LCD Soundsystem. Een band die al heel lang op mijn lijstje stond, maar waarnaar ik nooit echt uitgebreid had geluisterd. Door stom toeval stond ik veel te ver vooraan, tussen fans die elk woord meebrulden, maar dat hielp alleen maar mee. Wat een band! Frontman James Murphy’s stem bereikte elk hoekje van het veld, en de band speelde zo strak als maar kan. Wat had ik een spijt dat ik het amper kende. Hoewel het niet persoonlijk zo veel indruk op me maakte als The National was het misschien wel het beste concert waar ik ooit ben geweest.

En nu dus Down the Rabbit Hole. Het kleine broertje van Lowlands, en iets spontaner dan Best Kept Secret. Waar het bij die laatste vooral draait om de podia met weinig te doen eromheen, was hier ook beeldende kunst, performance art, een kampkrantje en zelfs spontane drumcirkels. Maar ook bij de podia zelf was genoeg te doen natuurlijk. LUWTEN pakte het intieme bospodium Bossa Nova meteen in met haar zoete indiepop, waarop aan het einde een spontaan dansfeestje losbrak. De verlegen Tamino was duidelijk ontroerd door het enthousiasme van de grote Teddy Widder-tent, en St. Vincent zette zondag op hetzelfde podium een kunstzinnige rockshow neer.

Maar DTRH draaide, misschien nog wel meer dan BKS, om de headliners. Toen de hitte, nog verzengender dan BKS 2017, iets was bedaard, kwamen de sappigste wortels van het konijnenhol naar boven. Op vrijdag Queens of the Stone Age, die een heel strakke rockshow neerzette. De moshpits gingen wild, iets te wild voor deze oude man in het lichaam van een eenentwintigjarige, maar de muziek maakte veel goed. Op zaterdag was het de beurt aan David Byrne, voormalig frontman van de Talking Heads, die sindsdien alles behalve stil heeft gezeten. Zijn show is nog het best te beschrijven als een dansvoorstelling met instrumenten, een gesamtkunstwerk van de hoogste orde. Als je houdt van Talking Heads, dans en/of experimenteel theater zou ik zeggen: lees er verder niets over, ga op 4 november naar zijn show in de Afas Live en laat je verrassen. Als laatste, op zondag, Nick Cave and the Bad Seeds, waar ik net vandaan kom. In november was iedereen in de rij bij The National aan het hypen over zijn show in de Ziggo Dome een paar weken daarvoor, en sindsdien heeft zijn naam me achtervolgd, in boekenwinkels, platenzaken, het internet, bij andere concerten en ga zo maar door. Terecht, want wat hij doet doen maar weinigen hem na. Als je Cave in één woord moet omschrijven is het zwart. Zijn vette haar, zijn pak, maar ook de muziek. Al jaren schrijft hij nummers over de dood, en na het overlijden van zijn zoon, inmiddels zo’n twee jaar geleden, is het allemaal net wat persoonlijker geworden. Anderhalf uur lang neemt hij het publiek mee in zijn lijden, soms letterlijk door mensen op zijn soort catwalk te trekken. Als een soort dirigent ment hij de hele weide, en nadat de zon zijn laatste stralen heeft laten zien, zijn we volledig meegetrokken, Caves duisternis in.

Ik heb eigenlijk meer geschreven dan ik wilde – wat een gedoe op een telefoontoetsenbordje – en mijn telefoon is inmiddels bijna leeg. Misschien moet er nog ergens een moraal of les in deze column? Voelt een beetje als een vertelkring in de kleuterklas zo. Dus, een moraal. Uuhm, ga naar festivals, I guess? Of het nou Jera on Air, Mysteryland of gewoon het dichtstbijzijnde Bevrijdingsfestival is, je kan altijd weer wat leuks tegenkomen.

en_GB