Column #89: Het Feest der Herkenning

Covid 4948866 1920

Wat is het toch leuk om lid te zijn van Hucbald. Als eerstejaarsstudent voelt het als een warm bad: ik voel me helemaal thuis. Ik weet niet of ik zonder Hucbald in Coronatijd nieuwe vrienden had kunnen maken. Voordat ik aan de studie begon, was ik er eerlijk gezegd best wel bang voor dat ik een ontgroening moest ontgaan. Je leest wel eens van die horrorverhalen dat mensen worden gedwongen om urenlang in een dichtgespijkerd vat te bivakkeren met een muskusrat om hen gezelschap te houden. Dat zag ik, als echte diva, natuurlijk niet zitten. De opluchting was dan ook groot toen bleek dat al mijn rattenstress onterecht bleek. Nee hoor, geen vat en geen ongedierte, wel kans op een emmer water over je heen bij het Weerwolven in de introweek. Koud, maar het leverde wel prachtige Whatsapp-stickers op.

Wat ik wel heel erg mis (en mensen die mij kennen weten dit heel erg goed) is dat je niemand kan knuffelen. Ja, ik ben er zo een. Er zit iets in een omhelzing waardoor je elkaar voor even volledig begrijpt en een kant van iemand leert kennen die daarvoor niet zichtbaar was: het is een handdruk van het hart. Toen ik hoorde van de knuffelborrel, was ik natuurlijk he-le-maal ‘head over heels’ (net als in dat nummer van ABBA). “We kunnen elkaar niet omhelzen, maar onze knuffel wel.” Geweldig. Dit was de allereerste keer dat ik bij een borrel aanwezig was en kon zijn. Ik had er erg veel zin in, toch vond ik het ergens wel een beetje spannend. Zo’n borrel is toegankelijk voor iedereen van Hucbald en het is niet zo dat ik iedereen ken. Wat als ik niet meng of heel raar over kom?

Met enige stress voor een ontspannende avond klik ik op de vergadering. Na twee minuten verdwenen al mijn zorgen, omdat iedereen raar bleek te zijn. Zo erg viel het dus niet op bij mij. Even zonder dollen, wat is iedereen toch leuk en gezellig. Iedereen vertelde over zijn/haar/hun knuffel en al vrij snel zag ik herkenning: Iedereen glimlachte terwijl de één uitgebreid begon over een vakantie waar de knuffel werd gekocht en iedereen mist een knuffel. Ik was dus niet de enige die al sinds maart ongelooflijk hunkert naar een omhelzing. Het was een waar Feest der Herkenning.

Wat een contrast met het coronavrije leven waarin we contact voor lief nemen en knuffels soms liever snel voorbij willen laten zijn. Soms voelt het voor mij alsof er een soort onzichtbare drempel is om een knuffel te geven of er om te vragen, maar in Coronatijd is deze volledig weggevallen. Nu is het virus zélf alleen de drempel, een beetje jammer. Maar wat doe ik dan moeilijk? Wat een onzin dat ik me laat tegenhouden door de opvatting dat er een drempel is. Ik bedoel maar, je hoeft niet te vertoeven in een dichtgespijkerd vat met een muskusrat, hoewel je bij sommige mensen tijdens een knuffel wel heel veel haar op het gezicht voelt.

Pech, dat is wat het is. Pech dat het coronavirus er is en dat we daardoor nu zo hunkeren naar contact. Toch moeten we volhouden, dan is het hopelijk snel weer als vanouds. Wat zou dat toch lekker zijn, zo’n leven zonder angst voor een ziekte. Ik kan niet wachten. Eerst maar wachten op het coronavaccin. Straks raken we nog massaal besmet met allerlei andere virussen door het knuffelen van muskusratten.

en_GB