Kunt u zichzelf even voorstellen?
Ik ben Annelies, ik ben docent in de muziekwetenschap. Ik geef voornamelijk eerste- en tweedejaarsvakken, muziekgeschiedenis vanaf 1600 en muziekanalyse. Muziekanalyse gaat over de gehele geschiedenis, maar is vooral gericht op kunstmuziek.
Ik ben zelf erg geïnteresseerd in de rol die muziek speelt in verschillende conflicten. Mijn onderzoeksgebied ligt voornamelijk in Frankrijk en Groot-Brittannië, en ik begin nu stilaan ook over de Nederlanden rond 1800 na te denken.
Oorspronkelijk kom ik uit Antwerpen en heb conservatorium gedaan voor klassieke zang. Ik bedacht daar dat ik liever over muziek nadenk dan dat ik het uitvoer. Daarna heb ik een doctoraat gehaald en nu ben ik hier in Utrecht, waar ik mag lesgeven.
Waarom heeft u de keuze gemaakt om naar Utrecht te komen?
Er werd me hier een baan aangeboden en ik was op zoek naar een baan. In dat opzicht was het dus geen heel bewuste keuze voor Utrecht. Ik heb gesolliciteerd omdat ik hier in het Nederlands les kan geven. Hiervoor ben ik negen jaar bezig geweest in de Verenigde Staten en in het Verenigd Koninkrijk als onderzoeker en het leek me leuk om naar Utrecht te komen. Het is natuurlijk ook een hele muzikale stad, met bijvoorbeeld het early music festival. Ik heb nog niet veel hiervan meegekregen, maar hopelijk komt dat wel in de volgende jaren.
Hoe lang bent u al werkzaam bij de UU?
Ik ben pas in september hier begonnen, dus ik heb nog niet het normale Utrechtse leven kunnen meemaken. Ik heb wel veel mooie wandelingen gemaakt!
Heeft u verschillen gemerkt tussen Utrecht en de andere plekken waar u werkzaam bent geweest?
Er is veel verschil in de manier waarop muziekgeschiedenis, of muziekwetenschap in het algemeen eigenlijk, wordt aangeboden. In de Verenigde Staten is er een vrij strikte scheiding tussen muziektheorie en muziekgeschiedenis. Daar heb ik mijn doctoraat in de muziekgeschiedenis gedaan. In Leuven, en trouwens ook tijdens mijn jaar in Berlijn, was dit altijd samengevoegd. Ik vind het eigenlijk fijner om de disciplines allebei tezamen te zien, omdat het toch allebei deel uitmaakt van muziekwetenschap. Ik vind het leuk om te zien dat de twee bij de opleiding in Utrecht opnieuw geïntegreerd zijn en dat ik ze dus allebei mag geven.
Hoe is de man-vrouw verdeling binnen muziekwetenschap?
Tijdens mijn opleiding in Leuven heb ik bijna enkel les gekregen van mannen. Dat was ook zo toen ik mijn Erasmus jaar in Berlijn deed. Tijdens mijn doctoraat in de VS heb ik erin weten te slagen dat de commissie die mijn doctoraat evalueerde volledig uit vrouwen bestond. Er is wel een duidelijke verdeling te zien. De muziekgeschiedenis wordt vaak door vrouwen gevolgd en gegeven, terwijl de muziektheorie voornamelijk mannelijke studenten en professoren kent. In Utrecht is de verdeling redelijk gelijk, maar de scheiding is wel terug te zien. Bij de historische musicologie zitten vooral vrouwelijke professoren, waaronder ikzelf. De vakken over muziek en media worden vaak door mannelijke professoren gegeven. Het is gek om te zien dat er een tweedeling is, al kan dit natuurlijk ook toeval zijn.
We hebben u gevraagd om drie vrouwelijke componisten/musici uit te lichten. Wie heeft u gekozen?
Ik vond het heel moeilijk om een top drie te vormen, maar ik ben er uitgekomen.
Als eerste ben ik neergekomen op een componist waar ik zelf regelmatig naar luister. Élisabeth Jacquet de la Guerre is een componiste uit Frankrijk, uit het einde van de 17e eeuw. Ze is opgegroeid in een gezin van klavecimbelbouwers en heeft sinds zeer jonge leeftijd de aandacht getrokken van Lodewijk XIV, de zonnekoning. Zo heeft ze een hele brede carrière kunnen opbouwen als muzikante. Ze zong, ze speelde klavecimbel, ze improviseerde veel en schreef zelf ook muziek. Élisabeth was de eerste vrouwelijke componist die zelf een Franse opera heeft gecomponeerd, namelijk Céphale et Procris. De opera was niet echt een succes, maar ik vind het wel een heel interessant muziekstuk. Het probleem ligt, denkt men, in het nogal chaotische libretto. Als je naar de opera luistert hoor je dramatische, levendige muziek met veel contrasten.
Er is nog een element van de opera dat ik waardeer. In haar tijd eindigde veel opera’s met een happy ending, maar Élisabeth doet dit niet. Céphale et Procris eindigt met een lament. De vrouwelijke hoofdpersoon overlijdt. Dat is bijzonder en ik vind het een mooi gegeven dat ze daarmee geëxperimenteerd heeft.
Een van de redenen dat ik Élisabeth Jacquet de la Guerre gekozen heb is omdat het verhaal de ronde gaat dat vrouwen niet aan bod kwamen in de geschiedenis. Haar verhaal spreekt dit een beetje tegen. Natuurlijk was niet altijd hetzelfde mogelijk, maar het was dus wel mogelijk om als vrouw een succesvolle muzikale carrière te hebben en er voldoening uit te halen.
De tweede componiste die ik wil aanhalen is misschien niet voor de hand liggend. Het is Hortense de Beauharnais. Ze is een tijdje koningin van Nederland geweest ten tijde van Napoleon en was getrouwd met de broer van Napoleon. Zoals veel aristocraten toentertijd heeft ze een brede muzikale opvoeding gehad. Van daaruit schreef ze veel romances, een Frans liedgenre. Soms vergeten wij dat er in de geschiedenis heel veel mensen met muziek bezig waren. Voornamelijk de aristocraten componeerden veel, zonder dat dit noodzakelijk hun hoofdbaan was. Hortense de Beauharnais had wel een grote naam omwille van de muzikaliteit die ze in haar huishouden onderhield. Een van haar stukken, ook een romance, is Partant pour la Syrie. Het gaat over een soldaat die een bede richt aan Maria. Hij ontvangt haar zegen en trouwt met een mooi meisje, een vrij typische tekst dus. Wat interessant is dat dit lied tijdens Hortense haar eigen leven, rond 1810, heel populair is geworden. Daarna, toen haar zoon in de jaren 1850 keizer van Frankrijk werd, is Partant pour la Syrie een nationaal anthem van Frankrijk geworden. Ook is Partant pour la Syrie verwerkt in Camille Saint-Saëns’s Carnaval des animaux, in het stuk “Les Fossils”. Al is dit misschien een beetje een steek in haar zij.
Hortense de Beauharnais heeft ook in Nederland een paleis gehad, en er gaan verhalen rond dat ze nog altijd rondspookt in haar toenmalige paleis.
De derde componiste vond ik heel moeilijk om te kiezen. Een componiste waar ik onlangs veel over geleerd heb is Florence Price. Ze was een zwarte componiste uit de VS. Toen ik zelf in de VS studeerde was er een medestudent die veel van haar liederen opnieuw heeft laten uitvoeren. Zelf gebruik ik een van haar concerto’s in de cursus muziekanalyse om de concertovorm uit te leggen. Vaak kijken we naar voorbeelden uit de canon om klassieke vormen, zoals de concertovorm, te bespreken. Het leek me leuk om van deze norm af te wijken en een ander perspectief aan te bieden.
Als ik een toevoeging mag doen, is er een vierde componiste die ik graag wil bespreken. Een componiste die mij op dit moment erg intrigeert is een tijdgenoot, landgenoot en zelfs naamgenoot van me. Op het moment hoor je, in België zeker, veel over Annelies van Parys. Ze staat bekend om haar ongelofelijk klankrijke muziek. Het is muziek die mij heel erg pakt. Onlangs heeft ze een oorlogsrequiem geschreven, ter nagedachtenis van de 100-jarige herdenking van het einde van de eerste wereldoorlog. Ik ben erg gefascineerd door de manier waarop ze met orkeststructuren omgaat. Er een gedicht verwerkt van een Duitse dichteres. Ze deelt haar eigen ervaringen uit Kosovo en Irak. Ook is er een tweede gedicht waarin mannen die in de oorlog hebben gezeten aan het woord komen. De dichteres probeert de ervaringen te verwoorden, al is dit iets wat moeilijk kan.
We kennen allemaal het war requiem van Britten, of misschien niet allemaal, maar het is wel heel bekend. Ik vond het mooi om deze andere aanpak te creëren die veel meer toegaat naar het menszijn. Het gaat niet in op de grootsheid van de oorlog maar kijkt naar het individu. Ik vind dat ook heel goed in de muziek verwoord.
Probeert u meer vrouwelijke componisten te behandelen in uw lessen?
Ja, ik probeer dat wel. Op dit moment geef ik de cursus over muziekgeschiedenis van 1600 tot 1830. In mijn wekelijkse luisterlijst probeer ik tenminste één vrouw binnen te smokkelen.
Wat ook grappig was, ik heb net een tentamen gegeven en vroeg daarin hoe een componist een stuk gestructureerd heeft. Ik had niet componiste gezegd, omdat ik vind dat componist zowel mannelijk als vrouwelijk kan zijn. Veel studenten zeggen dan alsnog automatisch “hij”. Dat zal ik even aanduiden als ik het tentamen bespreek.
Ik vind het moeilijk, omdat ik er niet constant de aandacht op wil vestigen. De reden dat ik altijd een vrouw verwerk in de luisterlijsten en bespreek in de hoorcolleges is om te laten zien dat we het niet altijd alleen maar over mannen hoeven te hebben. Dit geldt niet alleen voor vrouwen, maar ook op andere vlakken wil ik aandacht besteden aan diversiteit. Ik wil ook aandacht besteden aan niet-blanke componisten en componisten met een andere seksualiteit.
Is het lastig om daar informatie over te vinden?
In de laatste jaren is er veel vooruitgang geboekt. Er zijn ook veel groepen en websites waar aandacht geschonken wordt aan het verbreden van de collectie componisten en muziekstukken die aan bod komen in de muziekgeschiedenis. Ik ben heel veel van mijn collega’s heel dankbaar voor die lijsten, ze maken het een stuk makkelijker. Ik kan me voorstellen dat het tien, twintig jaar geleden veel moeilijker was om aandacht te besteden aan diversiteit binnen de muziekgeschiedenis.
Zelf heb ik les gekregen uit de tweede editie van A History of Western Music. Daar stonden bijna geen vrouwen in. Inmiddels gebruiken we de tiende editie en merk je gelukkig dat er aandacht wordt geschonken aan een grotere diversiteit.
Heeft u in de klassieke muziek van nu ook een vrouwelijke componist die u aanspreekt?
Zoals ik al gezegd had is dat eigenlijk Annelies van Parys. Over een andere moet ik even nadenken.
Janika Vandervelde is een al wat oudere componist uit de VS, ze schrijft hele mooie composities.
Van Kaija Saariaho heb ik enkele jaren geleden een opera gezien. Ik ben heel erg geïnteresseerd in opera, dus componisten die opera gecomponeerd hebben schieten als eerst in gedachten. De opera van Saariaho, “L’amour de loin”, gaat over de troubadour Jaufré Rudel. Net zoals Annelies van Parys werkt ze heel sterk met klank en klankvelden. In L’amour de loin heeft ze historische melodieën verwerkt. Dat vind ik ook interessant, hoe gaan we vandaag de dag om met onze muziekgeschiedenis?
Welke opera zou u aan uw studenten aanbevelen? Het liefst van een vrouwelijke componist natuurlijk!
Wat een moeilijke keuze! Ik moet toegeven dat ik zelf nog niet heel veel opera’s door vrouwen heb gezien. L’amour de loin vond ik heel impressionant. Dit weekend heb ik een livestream gezien van Annelies van Parys. Ze heeft ook een opera uitgebracht, of een stuk muziektheater op zijn minst. Het heet Usher, naar een verhaal van Edgar Allen Poe. Het is wel een beetje een horrorverhaal, het gaat over een terminaal zieke man die wordt bezocht door een vriend. Uiteindelijk wordt zijn zus levend begraven, het is een vreemd verhaal, echt horror. Het is wel weer zeer pakkend gebracht.
Zou iets nog iets willen delen over de internationale dag van de vrouw in de muziek?
Ik denk vooral dat er veel goede ontwikkelingen te zien zijn in het muziekveld. Ik zie veel interessante studenten, of het nu studenten zijn die klassieke muziek komen studeren, of die compositie studeren of studenten die juist in het medialandschap bezig zijn. Wat ook grappig is, ik had een college binnen muziekanalyse waar we feministische muziekanalyse behandelden. Van alle groepjes waren het telkens de mannen die kwamen rapporteren wat er in het groepje was gezegd, ze lieten echt hun feministische kant zien. Dat vond ik pakkend om te zien. Feminisme mag niet iets worden dat verdeeld is en mensen in hoekjes duwt. Het is mooi om te kunnen samenkomen. Het feminisme gaat niet alleen over gelijkheid tussen man en vrouw, maar gaat over gelijkheid tussen alle mensen, ongeacht hun kernmerken. Ik vind het mooi om de conversatie zo breed mogelijk te voeren en met zoveel mogelijk mensen tegelijk.
Ik denk dat dat een hele mooie boodschap is. Bedankt dat u dit met ons wilde doen.
Annelies Andries
Liever luisteren naar dit artikel? Wij hebben er ook een speciale podcast aflevering van gemaakt in verband met ‘Dag van de Vrouw’! Opmerking: de podcast aflevering wijkt lichtjes af van het bovenstaande geschreven artikel.