Voor deze editie van Humans of Hucbald spraken Reimer Ikink en Laurie Koorn met niemand minder dan docent Muziekwetenschap en oud-Hucbaldiaan Michiel Kamp.
Kan je jezelf even voorstellen?
Ik ben Michiel, ik doceer muziekwetenschap aan de universiteit. Ik kom uit het zuiden van Nederland, bij Eindhoven uit de buurt. Ik heb ook in Utrecht muziekwetenschap gestudeerd, en ben hier met een omweggetje weer komen te werken. Een deel van mijn baan is ook onderzoek doen; de meeste universitaire docenten in Utrecht hebben een soort verdeling waarbij 60 tot 80 procent onderwijs is, en dus 40 tot 20 procent onderzoek. Dus als ik eraan toe kom doe ik ook onderzoek.
Waar gaat jouw onderzoek dan vooral over?
Over videogames, alhoewel ik de laatste tijd meer bezig ben met muziek in een bredere audiovisuele cultuur. Nog steeds wel een beetje gerelateerd aan gamemuziek, maar ik ben vooral betrokken bij het onderzoeksveld van gamemuziek. Ik heb met een aantal collega’s uit het buitenland tijdens mijn promotieonderzoek een onderzoeksgroep opgezet, de Ludomusicology Research Group. We zitten nu in het tiende jaar dat we elk jaar een congres organiseren, dus daar ben ik heel erg mee bezig. We hebben ook sinds vorig jaar een tijdschrift, de Journal of Sound and Music in Games, waar ik niet heel actief bij betrokken ben, maar wel in de redactieraad zit. Dus ik ben eigenlijk bezig met allerlei dingen die met videogamemuziek te maken hebben.
Vanwaar die interesse in videogamemuziek?
Toevallig speel ik zelf veel videogames, dat heb ik ook altijd gedaan. Toen ik muziekwetenschap ging studeren was er nog geen muziek en mediaverdiepingspakket in Utrecht, maar ik merkte, vanuit een opleiding die toen nog heel erg gericht was op klassieke kunstmuziek, dat filmmuziek vanuit de boeken en theorieën die we bestudeerden ook heel erg interessant was. Ik heb mijn bachelor-scriptie destijds geschreven over de muziek in Star Wars. John Williams staat nu natuurlijk super centraal in muziekwetenschap in Utrecht, maar toen nog niet echt en er was opeens het idee van “oh wat leuk, dit klinkt ook wel aardig.” Toen ik daarna mijn master inging kwam ik erachter dat er wel steeds meer over filmmuziek geschreven werd, maar over videogamemuziek werd nog eigenlijk helemaal niets geschreven. En ik speel al mijn hele leven videogames, maar ik had zelf ook nog nooit serieus over muziek in videogames nagedacht, totdat ik me bedacht dat daar nog nooit over werd geschreven. Dus zo ben ik tijdens mijn master eigenlijk een beetje de videogamemuziek ingerold.
Heb je ook een favoriete videogame-soundtrack?
Ja, hoewel ik wel iedere keer als iemand me dat vraagt een ander antwoord geef. Het zijn er een paar, maar waar ik steeds weer naar terugdenk is de remake van Doom uit 2016, dat is echt een hele gave soundtrack. Doom is een klassieke shoot-em-up-videogame, waarvan het origineel superklassieke videogamemuziek heeft; dat klonk nog heel erg MIDI-achtig met lage kwaliteit gesamplede instrumenten, en het had een beetje de kwaliteiten van metal. Dat sluit ook aan bij de thematiek van het spel, want je gaat de hel in en schiet daar allemaal demonen overhoop. De soundtrack van het origineel klonk dus een beetje als metal-muziek. Bij die remake zijn ze daar echt vol op in gegaan. Je kunt het het beste relateren aan djent, dat idee van een achtsnarige gitaar pakken en alleen op de laagste snaar palm-muted akkoorden spelen. De muziek is echt zo overdreven metal, dat het echt een fantastische soundtrack is geworden. Bovendien is het ook vrij uniek om zo’n zware metal-soundtrack te hebben in videogames. Dus daar denk ik altijd aan, dat ze all-in zijn gegaan op een idee en dat het perfect heeft gewerkt.
Je hebt zelf dus ook in Utrecht gestudeerd en bij Hucbald gezeten, hoe was dan toen?
Ik was half actief bij Hucbald, vooral tijdens de bachelor. Ik heb nooit in het bestuur gezeten, maar wel een beetje commissiewerk gedaan. Mijn commissiewerk was bij de fotocommissie, terwijl ik geen fototoestel had. Dat was een beetje mijn betrokkenheid bij Hucbald. Rond de tijd dat ik studeerde was bijvoorbeeld de voorzitter Rutger Helmers, wie nu docent is in Amsterdam maar hier ook een hele tijd heeft gedoceerd. Floris Schuiling is ook nog voorzitter geweest, dus dat is wel een leuk lijstje met bekenden die nu nog in Nederland muziekwetenschap doen. Maar goed, ik was zelf dus altijd een beetje op de achtergrond. Ik ben een keer mee geweest op reis en verder was ik wel aanwezig op borrels natuurlijk.
Wat deed je dan bij de fotocommissie, zo zonder fototoestel?
Bij andere mensen een fototoestel lenen en dat gebruiken om foto’s mee te maken. Ik weet eigenlijk ook totaal niet waarom ik in de fotocommissie beland was, want ik ben ook heel slecht in foto’s maken. Ik denk dat ik daar terecht ben gekomen meer omdat het bestuur dacht “hé Michiel, jij hangt hier de hele tijd rond in het Hucbaldhok, doe eens iets nuttigs.”, dan omdat ik daar zelf zo veel zin in had.
Is er verder nog iets Hucbald-gerelateerd waar je graag naar terugkijkt?
We hadden een keer de studiereis naar Wenen, volgens mij in het tweede jaar dat ik student was. Dat was wel heel leuk. Ik was altijd al wel iemand die met een interesse voor klassieke muziek de opleiding was ingegaan, maar niet met veel kennis. Ik was een beetje, zoals veel muziekwetenschap studenten, muzikaal omnivoor. Juist bij de Wenenreis konden alle klassieke fans natuurlijk heel enthousiast meedoen. Ik weet nog dat ik een studiegenoot had toen die tijdens de reis voor de hardcore musicologen, terwijl de rest Wenen ging verkennen, een hele specifieke tour van alle standbeelden van componisten had gemaakt. Dat was heel leuk omdat ik toen voor het eerst buiten colleges om in aanraking kwam met mensen die heel fanatiek fan van bijvoorbeeld Brahms zijn.
Jij hangt al een stuk langer rond in Utrecht dan de meeste Hucbald-leden, is er een plekje dat elke student moet kennen?
Het probleem een beetje met Utrecht is dat het vooral de laatste vijf jaar heel erg veranderd is, niet als stad, maar qua leuke bars, cafés en andere plekjes. Ik denk natuurlijk meteen aan cafés bij zo’n vraag, dat is ook een beetje hoe ik ‘mijn’ Utrecht verken; “welk café gaan we nu naartoe?“ Dit klinkt misschien een beetje negatief, maar ik denk dat Utrecht zelf niet heel erg muzikaal is. Ik heb zelf Utrecht nooit als heel erg muzikaal ervaren. Je hebt natuurlijk wel het Het Muzieklokaal, wat er ook nog niet zo heel lang zit. Maar sinds TivoliVredenbrug er is, is alle muziek een beetje daar geconcentreerd en ik kan me eigenlijk niet zo goed bedenken of ik sindsdien nog op leuke, andere muziekplekjes gekomen ben. Aan de andere kant is Utrecht wel briljant op het gebied van bioscopen; we hebben echt zo veel kleine leuke bioscoopjes. Springhaver en Louis Hartloper bijvoorbeeld zijn leuk om naartoe te gaan. En als je een leuk café zoekt, vind ik DeRat altijd geweldig, daar kom ik wel altijd even kijken of er plaats is.
Tot slot, heb je nog een laatste wijsheid voor de leden van Hucbald?
Wijsheden? Ja, maar misschien is dit meer een soort muziekwetenschappelijk iets. Ik weet zelf dat ik het afgelopen jaar een beetje heb zitten afvragen wat er met muziek gaat gebeuren. Ik merk steeds meer dat mijn eigen manier van muziek luisteren is veranderd, ik zit bijna in een soort van pauze van mijn standaard manier van muziek luisteren en muziek leren kennen ook. Vroeger deed ik dat toch vooral door te spreken met mensen die ik tegenkwam, of door naar concerten en festivals te gaan. Het afgelopen jaar is voor mij dus een beetje een droogte geweest wat betreft muziek ontdekken, maar aan de andere kant is het dus wel interessant om je af te vragen “hoe kwam ik nou muziek tegen in het afgelopen jaar?”. Elk jaar houd ik een playlist bij op Spotify waar ik alle nieuwe muziek die ik tegenkom in gooi. Dat is nu een veel kleinere lijst dan andere jaren, maar de muziek komt ook uit hele andere hoeken. Dus als ik een soort wijsheid aan Hucbaldianen zou moeten geven, zou ik ze vragen: “hoe is iedereen nou tijdens de corona-tijd muziek tegengekomen, en wat betekent dat voor de toekomst van muziek en muziek leren kennen?” Dat is wel iets leuks om bij stil te staan.