Terwijl ik deze column schrijf is het donker buiten. Ik zit met mijn kaarsen, een heerlijke pot thee en een plaat van Kate Bush te schrijven voor een vereniging die mijn hart gestolen heeft. De laatste tijd is erg zwaar voor mij geweest en ik merk dat ik nu aan het terugkomen ben en dat moet natuurlijk gevierd worden met een column.
Afgelopen september ben ik begonnen aan een bestuursjaar bij Hucbald en ik vind het fantastisch. Buiten de mensen die je leert kennen en de intense nieuwe vriendschappen die je opbouwt, leer je jezelf kennen. Dat is heel waardevol, maar dat was niet het enige wat er gebeurde in mijn leven: ik kreeg de kans om in een huis te wonen met drie van de liefste Hucbaldianen (Korte disclaimer: ALLE HUCBALDIANEN ZIJN FANTASTISCH <3). En daar ging ik hoor, de dag voor de Lustrumweek al mijn spullen verhuizen vanaf mijn oude kamertje met uitzicht op de pittoreske Douwe Egberts-fabriek. Met sitecogenoot Aiden zijn we de hele dag bezig geweest met heen en weer reizen tussen mijn oude en nieuwe stulpje. Achteraf was het natuurlijk veel te zwaar om met zijn tweëen een heel leven te verplaatsen in één dag zonder eigen auto, maar we deden het toch. Wat was ik blij toen het gebeurd was, maar eerlijk is eerlijk: dat doe ik nooit meer.
Toen brak de Lustrumweek echt aan: Hucbald bestaat 80 jaar en dat moet gevierd worden! Een hele week vol met fantastische activiteiten. Van Franekerse tosti’s, tot Apenkooien en collectief uitgeput zijn na de warming-up: het zat er allemaal bij. Het begon natuurlijk met het iconische GALAxy en, och, deze avond tovert zo’n brede glimlach op mijn gezicht dat ik er heilig van overtuigd ben dat ik een vuurtoren kan vervangen. Verhalen van oud-Hucbaldianen en de dierbare galafoto’s. Een bijzondere foto voor mij is die met alle aanwezige secretarissen. Met vijf van mijn voorgangers stond ik daar als jonkie, máár ik was wel de langste. Of, nou ja, ik droeg hakken van 10 centimeter. Afijn, ik word heel erg blij als ik aan die avond terugdenk. Zeker aan hoe hard ik heb gelachen om verhalen over afters.
Nee, het is fantastisch leuk. Twee niveau drie vakken van twee verdiepingspakketten, een drukke bestuursfunctie, werken bij TivoliVredenburg, een huishouden runnen: dikke prima. Tenminste, dat heb ik twee maanden lang gedacht. Ik vind het allemaal leuk, dus waarom zou ik het niet kunnen? Daar is maar één reden voor: het wordt op den duur niet leuk. Een pijnlijke, doch belangrijke les die ik heb geleerd is dat je op moet passen met de dingen die je leuk vindt. Dat is misschien een heel raar advies, maar wanneer je zoveel doet dat je geen tijd meer hebt om een stap terug te nemen, wordt het er niet beter op. Daarom kan ik altijd aanraden om te praten met onze studieadviseur Maaike Wouda als je je slecht voelt. Na mijn gesprek met haar besloot ik in blok 2 één vak te doen waarvan ik zeker wist dat ik het leuk zou vinden. En wat blijkt? Er is zoveel ruimte in mijn hoofd.
Ik krijg vaak het idee dat een volle agenda verheerlijkt wordt als je eenmaal volwassen begint te worden, maar waar is dat goed voor? Fijn dat je je hele dag druk bent, maar hoe lang nog totdat je jezelf pijnlijk diep in de ogen staart. Natuurlijk, er zijn mensen, hoe dat weet ik ook niet, die leven om dingen te doen. Dit hoeft alleen niet te betekenen dat iedereen een geboren aaneenreiging van drukte is. Wat ik merk is dat het voor mezelf een grotere stap was om te besluiten een vak te laten vallen, omdat het ergens ook als falen voelde. “Ja Justin, je hebt gefaald en nu ga je niets zitten doen in je huis terwijl je nog zoveel dingen zou kunnen doen waar je later zo van kan profiteren.” Ach, houd toch op. Mentale gezondheid is belangrijker dan dat. Waarom zou je er trouwens om moeten geven dat anderen zien dat je niet zoveel doet als hen? Je geeft per slot van rekening om jezelf en juist daarom doe je het. Dat is belangrijk.
Deze column is niet bedoeld als excuusbrief aan mijn geweten: het is een pleidooi om te zeggen dat het goed is om de keuze te maken minder te doen om voor jezelf te zorgen. En doe je echt minder? Nee, dat is net het leuke. Ik merk dat de ademruimte me creatief gezien heel veel heeft gebracht. Ik krijg weer inspiratie vor songwriting, wandel langs het Amsterdam Rijnkanaal, ik vind mezelf iedere dag stukje bij beetje weer terug, en ik houd iedere dag steeds meer van de wereld.
Nee, hoor, maak je niet druk. Als het niet gaat, neem de ruimte die je nodig hebt. Lukt het even niet? Zorg goed voor jezelf en neem die afstand. En wat anderen daarvan vinden? Dat maakt niet uit. Zolang jij je beter voelt, is het al nuttig genoeg.