Cancel de cancelcultuur in Oeteldonk

Carnaval

Laat ik beginnen met benoemen dat ik een niet te beschrijven liefde heb voor carnaval in Oeteldonk. Nergens anders wil ik drie dagen lang (of meer…) met bier over straat huppelen, lêkker plat praoten en meezingen- en dansen op de hoempapa. Echter leerde een groot musicoloog (toch trots dat ik Theodor Adorno kan betrekken bij mijn blog over carnaval) ons dat het belangrijk blijft om ook kritisch na te denken. Don’t worry, ik ga niet carnaval cancelen, maar ik leg wel zeker mijn twijfels bij een aantal specifieke dingen van het carnavalsfeest in Oeteldonk. Ik wil door middel van deze blog niet zozeer enkel kritiek geven, maar vooral een paar mogelijke verbeterpunten voorleggen aan de Oeteldonkse Club.

Carnaval in Oeteldonk is net iets anders dan carnaval op de meeste plekken in het Zuiden van Nederland. Wij vieren in Oeteldonk niet het Rijnlands carnaval, maar het Bourgondisch carnaval. In Oeteldonk zal je daarom geen dansmariekes of fazantenveren tegenkomen, en het woord ‘alaaf’ is not done. De insteek van het Bourgondisch carnaval was oorspronkelijk dat van een gekostumeerd eetfestijn waarbij men elkaar belachelijk maakte, maar door de grote armoede vanaf het eind van de Tachtigjarige Oorlog tot na de Tweede Wereldoorlog wordt het feest gekenmerkt door het eenvoudige kostuum van de boerenkiel met zakdoek. Deze traditie is in de loop van de jaren een beetje minder streng geworden en de kiel wordt tegenwoordig erg breed geïnterpreteerd. Als je iets blauws aan hebt met een embleem erop, dan is het vaak al goed. Maar let wel op! De Oeteldonkse sjaal is een must. Draag je geen Oeteldonkse sjaal, dan kan je het eigenlijk in Oeteldonk wel vergeten. Bijna elke kroeg heeft een deurbeleid waar op die manier de ‘buitenlanders’, mensen van boven de rivieren, gefilterd worden van de rest, want “die begrijpen ons feest toch niet.” Dit is problematisch. Hoewel ik zeker denk dat het leuk is als je carnaval in Oeteldonk viert om mee te gaan met de tradities van het Bourgondische carnaval en je helemaal te laten onderdompelen, ben ik geen fan van deze cancelcultuur in Oeteldonk. Gelukkig kan je overal in Oeteldonk een Oeteldonkse sjaal kopen voor een prikkie, maar nogmaals zou iedereen zichzelf moeten kunnen zijn in Oeteldonk en zou ik het bovendien ook juist leuk vinden om mensen die niet bekend zijn met carnaval in Oeteldonk mee te nemen en de tradities te leren. Dit wordt hen echter niet heel makkelijk gemaakt, omdat ze zich niet per se welkom voelen.

Dan wil ik het ook nog graag even hebben over de representatie van vrouwen in de Prinsengroep van Oeteldonk (ook even een verwijzing naar de cursus Gender, etniciteit en cultuurkritiek yesss). Zoals op vele andere plekken in het Zuiden, heeft Oeteldonk met carnaval een heuse Prins: Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Amadeiro XXVI, Ricosto di Carnavallo, Ridder van het reksaM, Heer en Meester van Oeteldonk en dezelfs omliggende watervrije moerassen en zandwoestijnen, enzovoorts, enzovoorts, enzovoorts. Ik maak geen grap, dit is zijn aanspreekvorm, inclusief de drie keer enzovoorts. Oeteldonk heeft echter geen Prinses. Wél een Adjudant (steun en toeverlaat van de Prins), Peer (burgemeester), Kees (steun en toeverlaat van de Peer), Driek Pakaon (politieagent), Daantje (vlaggendrager), Geminteraod, Gevolg en Ruiterij. En wellicht raad je al een beetje waar ik heen ga, maar dit zijn allemaal mannen, 51 in totaal. Zijn er dan helemaal geen rollen weggelegd voor vrouwen met carnaval? Jawel, zeker wel! Eentje! Namelijk Mejuffrouw Hendrien, de huishoudster van de Peer. Dat is toch mooi! De enige rol waarin vrouwen worden gerepresenteerd is in de rol van schoonmaakster. Oeps… Maar goed, dan is er in ieder geval nog één rol die gespeeld wordt door vrouwen! Maar toch niet, Hendrien wordt namelijk altijd gespeeld door een man. Oké… Dus… Ik vraag daarom met klem aan de Oeteldonkse Club om hier nog eens over na te denken en dit te veranderen. Dit is niet alleen heel gênant, maar ook gewoon echt problematisch. Bovendien, zelfs ik, die heel veel liefde heeft voor Oeteldonk, kan dit op geen mogelijke manier goedpraten.

Gelukkig is het jeugdcarnaval een klein beetje vooruitstrevend. Hoewel ook hier nog geen vrouwen aan de top zitten, enkel vijf mannen (jongens van 11 jaar), is er gelukkig wel ruimte voor meisjes. Van de 37 rollen voor jongeren zijn er 14 weggelegd voor meisjes.  Hoewel dit nog lang niet in de buurt komt van een realistische representatie van vrouwen, hoop ik wel dat het volwassencarnaval dit als voorbeeld neemt en dat de Oeteldonkse Club het Ministerie van Jeugdzaken zal volgen. 

Hopelijk kunnen we juist met mensen van boven de rivieren werken aan de inclusiviteit van Oeteldonk en samen de vastgeroeste tradities die de cancelcultuur tot gevolgen hebben onder de loep nemen. Tradities kunnen zeker wel veranderen. De traditie van de boerenkiel is immers ook door de jaren heen veranderd. Ik hoop dat de Oeteldonkse Club dit ook kan inzien en zo kan werken aan een feest voor iedereen. Het feestje is namelijk te mooi om alleen te vieren met mensen uit Oeteldonk.

Ik wil dan ook iedereen heel graag uitnodigen om naar ons mooie durp te komen en hier carnaval mee te vieren. Hoewel ik begrijp dat ik het middels deze blog niet heel aantrekkelijk heb gemaakt, is er nergens anders zo’n goede sfeer als in Oeteldonk. Het Kwekfestijn (Oeteldonks songfestival dat elk jaar in november wordt gehouden) zorgt er tevens ook voor dat er elk jaar weer nieuwe Oeteldonkse hits bijkomen, zoals ‘Blauw’ van Vergimmes Mooi, ‘Anoesjka’ van Spuit Elluf of ‘Wa is ut heet’ van Attenooije. Ik weet zeker dat je bij het luisteren van deze nummers niet stil kan blijven zitten en meteen de eerste trein naar Oeteldonk wil pakken. Bovendien heb ik me laten vertellen dat het bier in Oeteldonk het allerbeste is, dus ik zou het wel weten 😉 

en_GB