Het was een zomerse vrijdag in de namiddag en op het grootste veld bij de Ina Boudier-Bakkerlaan klonk de euforie. De zon stond laag en kleurde ergens tussen oranje en rood, het land koelde af en de mensen maakte zich klaar voor een onvergetelijke avond. Het had al een paar weken lang niet geregend, maar toch voelde het gras onder de voeten van het publiek al nat aan. Honderden mensen uit alle hoeken van het land waren bij elkaar verzameld voor het fenomeen wat zij die avond zouden aanschouwen. Het FluimFest stond op het punt te beginnen. Aan het eind van de menigte stond een klein verhoogd podium, nog altijd leeg. Ondertussen vloeide het bier al in grote snelheid de buik in en begon de lompheid en gezelligheid toe te slaan. Het bleef enkele minuten stil en de stemming begon langzaam te zakken. Totdat uit het niets een zeer energieke drum solo, gepaard met een net zo drukke lichtshow, de avond opende. Uiteindelijk stopte de drums, verdovend geschreeuw volgde en een golf van energie schoot door het publiek. De aandacht lag echter niet meer bij het podium, maar alle ogen keken naar iemand die vooraan in de menigte stond. Op de wang zat een grote klodder spuug, de eerste fluim was afgevuurd.
Het FluimFest was officieel begonnen en in een rap tempo waren de meeste mensen al meermaals onder gespuugd. Het was een erg gevulde avond met vele kleinere bands, die allen doorweekt het podium afgingen. Uit deze verzameling van bands sprong er één groepje ver boven de rest uit. Het was een Limburgse band genaamd Puist (wat een onbeschrijfelijke goede naam blijft voor een band). De band speelde een set-list van stuk voor stuk bangers en wist geweldig met het publiek mee te spelen.
De zon was al een paar uur onder, maar de sfeer bleef nog altijd hoog. Het veld was erg donker met als enige licht de omliggende lantaarnpalen en lichten van het podium. Ondanks dat niemand echt iets kon zien, voelde iedereen wel aan dat dit hét moment was waar ze allen op hadden gewacht. Het was tijd voor de hoofdact en in het holst van de nacht kwam de mieters goede band rochel op. Het was voor een paar seconden stil totdat de straten ineens gevuld werden met het geluid van honderden mensen die aan het rochelen waren. In het doffe licht van de lantaarnpalen was nu te zien hoe een pijlenregen van fluimen zich richting het podium bewoog. Het publiek ging los, het veld was nu helemaal veranderd in modder en rochel speelde met haar repertoire van vier nummers de laatste twee uur van de avond helemaal vol. Ze begonnen met het nummer ‘De Patat-Friet-Isoglosse maakt een schisma in mijn vrienden groep’ die van zichzelf al 55 minuten en 37 seconden lang was, omdat de bandleden voor hun probleem naar de mening van de eerste honderd mensen probeerden te vragen. Hierop volgde de nummers ‘NS Hartkloppingen’, wat een van de prachtigste liefdesliedjes was die ik heb gehoord, en ‘Parijs Roubaix 83’, een nummer over de onvergetelijke winst van Hennie Kuiper. Dan na wat leek op een onmenselijke hoeveelheid gerochel sloot de band de avond af met hun klassieker ‘Terschelling’. Ook zij liepen na het laatste nummer doorweekt het podium af en de lichten gingen uit. De avond was voorbij en iedereen leek voldaan, het was tijd voor de terugweg en om twee uur lang onder de douche te staan.
Tevens wil ik als laatste ding zeggen dat rochel ook binnenkort te zien is bij het open podium op 15
juni, mocht je zelf ook zoiets zaligs willen meemaken 🙂