De dagen worden steeds kouder en donkerder, de winter komt steeds dichterbij. En hoewel Sinterklaas en Kerstmis welkome lichtpuntjes in de duisternis zijn, blijft deze periode van het jaar voor veel mensen een sombere tijd zonder zonlicht. Gelukkig helpt goede muziek. Toevallig heb ik onlangs een hele gave componist ontdekt met muziek die perfect is voor deze kou. Het is niet Tsjaikovski, hoewel ik wel even over hem heb getwijfeld. Ik hou zielsveel van zijn muziek, maar Tsjaikovski is zo bekend dat hij niet uitgelicht hoeft te worden. Ik heb voor de relatief onbekende Georgy Sviridov gekozen.
De eerste keer dat ik een stuk van Sviridov hoorde was per ongeluk. Spotify was al een tijdje willekeurige klassieke stukken aan het afspelen en ik was niet aandachtig aan het luisteren. Tot ik iets hoorde wat wel héél erg op de Masquerade Suite van Aram Chatsjatoerjan leek…
Het bleek de wals te zijn uit Sviridovs Sneeuwstorm, gecomponeerd voor de gelijknamige film uit 1964. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Wie was deze Sviridov, wiens muziek ik vaagjes herkende, maar wiens naam ik nog nooit had gehoord?
Georgy Sviridov was een Russische neoromantische componist. Hij heeft voornamelijk muziek gemaakt gebaseerd op gedichten, waaronder een cyclus van lyrische romances op de gedichten van Aleksandr Poesjkin. In Rusland is hij erg populair, hij heeft veel prijzen gewonnen en twee keer de Leninorde ontvangen. In het Westen is hij echter best wel ‘underground.’ Hopelijk vinden jullie dat na het lezen van mijn pleidooi net zo zonde als ik.
Mijn favoriete stuk is de снег идёт кантата, of in het Nederlands de Sneeuwvalcantate, met de tekst van een gedicht van Boris Pasternak. Het stuk bestaat uit drie delen en is eigenlijk drie aparte liederen na elkaar gezongen en gespeeld. Het eerste stuk heeft een hypnotisch karakter. Een dalende melodielijn en een zacht orgelpunt in de strijkers dragen het thema lieflijk voor. Het koor zet monotoon in: de sneeuw valt, de sneeuw valt… De volgende zin is weer op één toon, maar dan een terts hoger. Deze twee stemgroepen wisselen elkaar steeds sneller af, maar wisselen bijna niet van toonhoogte. De muziek verandert ook nauwelijks, wat het hypnotische karakter nog meer versterkt. De tekst is erg belangrijk, het metrum van de muziek past precies om de tekst heen.
Het tweede deel is zwaar, langzaam en bitter. De houtblazers introduceren een thema dat wordt geïmiteerd door het koor. B is een stuk lyrischer dan A en de melodie is overwegend dalend, wat het een melancholisch karakter geeft. Lijnrecht daartegenover staat het derde deel: het staat in majeur, het tempo is snel en de sopranen zetten al snel in met een feestelijk, springerig thema. De contrasten tussen de delen zijn zo groot dat de cantate juist daardoor samenhangend is.
Ik zou jullie van harte aanraden om deze opname eens te beluisteren. Als je begint bij de Sneeuwvalcantate, speelt daarna automatisch de muziek van De Sneeuwstorm af, met als kers op de taart nog een Capriccio van Tsjaikovski. Het enige wat ik minder vind aan de opname, is dat er een paar verkouden mensen in de zaal zitten. De kuchjes en hoestgeluiden passen bij de winterse sfeer, maar het luistert toch iets fijner zonder. Daarom is het juist belangrijk dat we stukken als deze belichten en onder de aandacht brengen. Het zal in ieder geval de kans op een toekomstige opname van goede kwaliteit aanzienlijk vergroten. Veel luisterplezier allemaal!