Het eerste blok zit er alweer op en na twee maanden van een compleet ander leven ga ik (weer lekker op tijd, namelijk de dag voor de deadline) deze column schrijven over hoe ik deze drukte ben doorgekomen. Ik moet als eerste wel even zeggen dat ik echt rete zenuwachtig was om te beginnen met studeren, wat achteraf helemaal niet nodig was geweest natuurlijk. Na een (niet al te leuke) UIT-week – ik had geen slaapplek in Utrecht, dus ik ben geen enkele keer mee gaan stappen. Daardoor kende ik ook de mensen in mijn groepje niet echt.. gewoon jammer. – Dus na de UIT-week begon dit schooljaar eigenlijk al aan het einde van de zomervakantie, toen we met een stuk of twintig eerstejaars op Amersfoort centraal aankwamen voor het introductiekamp. Ik vind het zo raar om te bedenken dat iedereen daar toen slechts ‘iemand van onze jaarlaag’ was en ik ze nu ook echt persoonlijk ken. Ik heb het echt kei leuk gehad. Ik durf wel te zeggen dat de rest dat ook vond. Het hoogtepunt van die vier dagen vind ik toch wel de gezelligheid bij het kampvuur ‘s avonds, met de gitaar die steeds werd doorgegeven omdat iedereen wel iets kan spelen (vind ik niet heel gek bij deze studie). Ook het voorleeskwartiertje van Reimer bij de vuurpit was heel knus en op het gegeven moment hadden (volgens mij – correct me if I’m wrong) Max en André een episch zwaardgevecht met brandende takken. Natuurlijk mogen we de prachtige covers van “Toxic” van Britney Spears in de stijl van Sam Fender, the Beatles, Stromae en Famke Louise niet vergeten. Wat me ook bij zal blijven is dat we zó keihard meezongen op de soundtrack van Aladdin dat de politie was gebeld. Uiteindelijk zijn we erachter gekomen dat het kwam doordat de buren voor bijna alles de politie bellen, dus het was niet écht onze schuld.
Daarnaast zijn ook alweer heel wat (soms onmogelijk te volgen) colleges geweest. Niet dat ik overal mijn uiterste best heb gedaan het wél te kunnen volgen. Sorry daarvoor. Ook hebben we een hele leuke rondleiding door Tivoli Vredenburg gekregen. Ik heb er echt van genoten en nu wil ik daar echt graag werken, dus ga ik zodra ik een kamer vind in Utrecht daar solliciteren. We hebben nog gespijkerpoept en blikken gegooid bij de Hucstrijd in het Griftpark. Er zijn inmiddels drie Hucborrels geweest; twee normale het-is-de-eerste-donderdag-van-de-maand-dus-het-is-tijd-voor-een-borrel-in-het-Pandjeborrel en één constitutieborrel. Die laatste is ook weer een heel ander, chaotisch verhaal. Op een gegeven moment lag ik op de grond doordat het oude bestuur tegen onze menselijke barrière aan beukten met de constitutiecadeautjes. Gelukkig was er geen schade, maar waren er wel twee cadeautjes gebrast. En Jeroen. Gek genoeg hebben ze wel het schurftmatras laten staan, wie zou die nou niet willen hebben 🙂
Fast forward twee maanden ken ik de weg in Utrecht, heb ik een ongoddelijke hoeveelheid gratis chocochino’s gehaald, zijn de eerste opdrachten al ingeleverd, de eerste toetsen gemaakt, zijn we al heel vaak in het Hucbaldhok geweest, zit ik ook al in twee commissies en kom ik eigenlijk alleen nog thuis om te eten en slapen (soms dat niet eens). Ik heb zelfs al afgesproken dat Sem en ik volgend jaar gaan proberen in het bestuur te komen. Dat is echt totaal niet de afwachtende, verlegen Meike van vijf jaar geleden.
Dit alles had ik echt niet verwacht. Maar ik ben er blij mee.