Er hangt in veel delen van het land een nogal heftig en mijns inziens onterecht vooroordeel rondom carnaval. Het jaarlijkse feest zou slechts gaan om zoveel mogelijk bier je nek in hengsten en een soa-bingokaart volkrijgen, verkleed als cowboy, piraat, of heks. En ja, deze types zitten er tussen! Verkleed als ‘voetballer’ (lees: in voetbaltenue naar de kroeg) hebben ze als missie een sport te maken van vulgair gedrag. Dit heeft níets met carnaval te maken.
Carnaval draait om samenkomst, ludiek doen, lachen én huilen, traditie, wat plaatsvindt in een gigantisch feest in de bontste kleuren wat dagenlang duurt, en waar een complete samenleving een jaar lang naar uit kan kijken. Een complete samenleving gaat voor even met iedereen uit haar dak, en alle stoom van het jaar wordt afgeblazen. Carnaval op zijn best is niet te vergelijken met welk ander feest dan ook.
Dit geldt ook voor het dorp waar ik ben opgegroeid: Horst. Met carnaval (of bij ons: ‘vastelaovend’) wordt Horst omgedoopt tot het Dreumelriek, en vinden de jaarlijkse tradities uiteraard allemaal plaats: de optocht, de proclamatie, de sleuteloverdracht, het eieren eten, alles. En er is maar één nummer wat voor deze gelegenheden gebruikt kan worden, het officiële nummer van het Dreumelriek: “Dreumel, Dreumel, Dreumel”. Horst heeft nooit gepretendeerd origineel of creatief te zijn, en deze titel laat dat weer eens zien.
Ik had dit blog over een duizend dingen kunnen schrijven… Puumelke van Wiel Nakken, Mission Impossible (de alternatieve carnavalsvereniging van Horst die alles veel te suf vond), het verschrikkelijke carnavalsnummer wat mijn vader ooit schreef, mijn celeb crush Beppie Kraft, de versteende brok knoflooksaus die een maat van me in z’n gezicht schoof, enzovoorts, enzovoorts. Maar “Dreumel, Dreumel, Dreumel” bevat voor mij alles: de traditie, het plezier, het verdriet, mijn mooie dorp, mijn prachtige dialect waar ik tot over m’n oren verliefd op ben, en de tekst is echt schitterend.
U vraagt zich inmiddels wellicht af wat een ‘dreumel’ nou is? Nou, een dreumel is in het Hôrster dialect zo’n los touwtje wat aan je kleren vastzit *snel google zoeken* een ‘rafel’ in het Nederlands, en de mensen uit Horst heten dan ook met carnaval ‘Dreumels’: rafels. De volledige tekst van het magische refrein vertaalt zich als volgt:
“Dreumel, dreumel, dreumel, maak je nou eens los
Dreumel, dreumel, dreumel, vraag niet wat het kost
Dreumel, dreumel, dreumel, kun je niet meer staan?
Jij hebt dertig pilsjes door je keelgat laten gaan”Ja, er is drank in het spel, maar dat is niet waar dit nummer over gaat. Het gaat over de mensen uit Horst die voor eens in het jaar compleet met elkaar uit hun dak mogen en kunnen gaan in de gekste pakjes, zonder dat ze gek worden aangekeken. En elke keer als dit nummer wordt gedraaid bij Liesbeth of in de Mèrthal of waar dan ook… Iedereen zingt mee, iedereen viert het leven, iedereen doet het met elkaar. Mensen betreuren de doden en omhelzen de levenden. Mensen gooien soms inderdaad dertig bier in hun nek, omdat het nú nog kan en nú nog mag. Maak je los, vraag niet wat het kost.
“Dreumel, Dreumel, Dreumel” is voor mij de soundtrack van datgene wat carnaval zó mooi maakt: het leven vieren met je favoriete mensen.