Column #102: Babe in de stad

Foto Column

Weet je wat ik een gek concept vind? Kwark. Het is te dik om een vloeistof te zijn, maar te vloeibaar om vast te zijn. Nee, kwark klopt niet in mijn hoofd.

Er is veel veranderd in de afgelopen maanden. Purmerend. De marktstad, de stad van Britt Dekker, van de Terror Oehoe. De stad waar de McDonald’s reclames worden opgenomen. De AliExpress-versie van Amsterdam. De stad waar ik ben op- en uitgegroeid. Het begon te klein te zitten, als die jas die lang lekker heeft gezeten maar nu toch echt te klein is geworden. Zondag 14 maart was mijn hospi en ik hoorde diezelfde dag nog dat ik de kamer zou krijgen. Geweldig nieuws natuurlijk. Met gierende banden naar Ikea en met strakke planning binnen drie kwartier een heel nieuw leven bij elkaar zoeken. Ik vraag me nog steeds af hoe dat is gelukt.

Op 1 april was het dan zover: het was echt mijn kamer, al noem ik deze graag liefkozend mijn studio, La Chambre of Plato’s Grot. Ik woon aan een vrij drukke weg met aan de overkant een appartementencomplex met daarachter de Douwe Egberts fabriek. Ook al houd ik niet van koffie, mijn hart krijgt een weemoedig gevoel wanneer de bittere geur van koffiebonen mijn neus bereikt. Iedere dag kijk ik naar buiten naar de balkonnen aan de overkant en fantaseer over wie er zou wonen. Misschien wel heel eenzame mensen of een drugsdealer. Een gelukkig gezin of misschien slachtoffers van huiselijk geweld. Eén ding is zeker: de oude dame tegenover me geeft graag de duiven te eten.

Ik stap op mijn rinkelende, slapremmende Marktplaatsfiets en rijd over de kanariegele brug naar Leidsche Rijn. De suizende wind door mijn haren voelend, alsof iemand me toezingt. Het voelt goed. Toch is het gek dat je jezelf zo goed leert kennen wanneer je alleen bent. Ik heb bijvoorbeeld geleerd hoe leuk ik het vind om spontane trips te maken en iedere dag voor mezelf zo goedkoop mogelijk te koken. Toch is het belangrijkste wat ik heb geleerd dat ik heel slecht alleen kan zijn in avonden. Ik ben iemand die zich snel vastklampt aan anderen en dat is niet altijd even prettig. Zo word ik ook snel verliefd en dat frustreert me, zeker als homoseksueel zijnde en telkens met je neus op de feiten gedrukt te worden dat je het niet voor het uitkiezen hebt, maar ik had zo mijn toxische copingmechanismen.

Ik ben er niet trots op, maar ik heb te vaak op momenten van eenzaamheid apps als Tinder en Grindr gedownload. Vooral Grindr doet je beseffen dat je het afvoerputje van mentale gezondheid hebt bereikt. Mijn account had geen foto, geen naam, geen bio, geen leeftijd: helemaal niets. Toch kreeg ik de welbekende vraag of ik top of bottom ben of de “good old-fashioned” dickpic. Toch gek hoe sommige mannen, als een kat die een muis heeft vermoord en deze trots naar je toe komt brengen, hun geslacht laten zien. Nee, het is niets voor mij. Snel verwijderen die handel.

Gek eigenlijk dat je zo hecht met mensen kan zijn die je alleen maar van een schermpje kent. Het voelt als een familie die in Australië woont en je nog nooit hebt gezien. Dan wacht je eigenlijk tot Robert Ten Brink aan je deur staat en zegt dat je mee mag met andere families. Zo’n “All You Need Is Love”-momentje lijkt me wel wat, maar als ik erover nadenk heb ik deze al gehad. Het wonen in Utrecht heeft me dichter bij mijn vrienden gebracht. Eigenlijk was mijn huisbaas de Robert Ten Brink uit dit verhaal, alleen dan Grieks. Ik vind het heerlijk dat ik samen met Sophie en Pieter, die in dezelfde periode naar Utrecht zijn gekomen, de stad en het alleenstaande leven ontdek. Bij mijn eerste wasje voelde ik me al een echte huismoeder (en ik vond het héérlijk).

Ik ben hier blij, maar de eenzaamheid is iets lastigs. Je bent niet alleen, je vrienden wonen op steenworp afstand bij je vandaan, toch ben je alleen en je wil anderen niet lastigvallen. Alsof je in een soort tussenspel bent beland. Een grijs gebied. Een soort kwark. Je bent met te veel vrienden om alleen te zijn, maar zit te vaak alleen thuis om daadwerkelijk een sociaalontpopte vlinder te zijn. Deze rups zit in een cocon en deze cocon wordt langzaam maar zeker afgebroken. Weg met die kwark. Goodbye to the old, in with the new. Ik zeg vaarwel tegen mijn niet vaste, noch vloeibare mentale kooi en groet mijn glas met passievruchtensap. Nu nog even die spuit.

En dan bedoel ik het vaccin.

nl_NL