Een tijdje geleden was ik op bezoek bij vrienden en familie in Italië, toen me iets opviel: ‘s avonds waren de straten, restaurants en supermarkten compleet uitgestorven. Geen mens te bekennen. Mijn Italiaanse buurman moest lachen om mijn verbaasde gezicht en vertelde me dat het die week tijd was voor het Festival di Sanremo. Als trouwe volger van dit muzikale spektakel voelde het bijna pijnlijk dat ik het helemaal vergeten was. Maar omdat veel Nederlanders dit wonderlijke (en tegelijk ook erg zielige) festival nog niet kennen, leek het me leuk om jullie kennis te laten maken met Sanremo — en hoe het er dit jaar aan toe ging.
Zoals je misschien al vermoed, vindt het Festival di Sanremo jaarlijks plaats in het pittoreske, zon-strand-zee stadje San Remo. Het bestaat al sinds 1951 en was zelfs de inspiratiebron voor het huidige Eurovisie Songfestival. Vijf dagen lang — van dinsdag tot en met zaterdag — presenteren ongeveer 30 artiesten hun eigen geschreven lied én spelen ze verschillende covers aan het Italiaanse publiek. Op zaterdag is de grote finale: dan zingen alle artiesten hun nummer voor de laatste keer, waarna de jury, de pers en het volk samen beslissen wie zich winnaar van Sanremo mag noemen.
En dat is niet zomaar een titel. Winnen bij Sanremo betekent dat je bent gekroond tot dé Italiaanse hit van het jaar. Eigenlijk is het een soort Italiaanse Grammy’s — in wedstrijdvorm. Mét een flinke dosis corruptie, maar dat neem ik voor lief als mijn favoriet wint. De winnaar krijgt elk jaar een oerlelijke gouden trofee, eeuwige roem en mag(als ze willen) Italië vertegenwoordigen op het Songfestival. Sanremo was bijvoorbeeld ook de doorbraak van Måneskin. Misschien denk je nu: “Ja, maar waarschijnlijk kijken er maar een paar Italianen naar!” Dan zeg ik je nee: Sommige mensen nemen zelfs de hele week vrij om elke avond samen met hun familie te kunnen kijken. In cafés en restaurants hoor je vrijgezellen luid klagen over de outfits en valse noten van de artiesten. En op de radio’s is niets anders dan Sanremo muziek te horen. Kortom: Heel het land volgt dit festival op de voet.
Dit jaar begon naar mijn mening nogal slap. Op dag één had ik eigenlijk al weinig motivatie om verder te kijken. Normaal springt er altijd wel een artiest voor mij uit, maar dit jaar leek alles wel dezelfde drab te zijn. Toch vond ik uiteindelijk een favoriet: Tu con chi fai l’amore van The Kolors. Ze werden overigens helemaal afgemaakt in de finale. Doordat er geen duidelijk favoriet was, bleef het tot het einde spannend. Uiteindelijk ging het kop-aan-kop tussen Olly en Lucio Corso. Olly won met Balorda Nostalgia, een “nostalgisch” huilballad. Toch besloot Olly om af te zien van deelname aan het Eurovisie Songfestival (ben ik ook wel blij mee, aangezien zijn homofobische verleden) Daarom zal nummer twee, Lucio Corso, de Italiaanse versie van Spinvis, met het nummer Volevo essere un duro, Italië vertegenwoordigen in mei.
Al met al: skere videokwaliteit, corruptie, en veel te snel Italiaans —tóch blijft Sanremo voor mij een jaarlijkse Italiaanse soap en daarmee mentale opfrisser. Ook vind ik het leuk om nieuwe Italiaanse artiesten te ontdekken, omdat de Italiaanse muziekscene me altijd al wel aangesproken heeft, en bij Sanremo vind je toch wel de crème de la crème van de hedendaagse Italiaanse popmuziek.