Sitecolumn #19

Aantrekkingskracht

Een enkele blik uit het raam en men weet: winter is coming. De bomen zijn kalend met op de grond bedden van bruine bladeren, de lucht vertoont grijze trekken en mensen lopen haastig en moeizaam tegen de wind in door de regen. Hoewel ik sinds kort op de Uithof woon waar het volgens de wijze woorden van een niet nader te noemen persoon toch altijd al regent, is het duidelijk te zien dat moeder natuur momenteel een verandering doormaakt. Dit is de prelude voor de tijd van dikke truien, sjaals en warme chocolademelk om warm te blijven. Velen balen hiervan en tellen inmiddels alweer af naar het voorjaar, terwijl ik juist steeds gelukkiger wordt en ongeduldig de dagen bijhoud tot (een hopelijk witte) kerst. Al die warmte en gezelligheid begeleid door foute kersthits in combinatie met het contrast tussen de donkere dagen en licht van kerstversieringen beschouw ik als ultiem genieten.

Helaas zal het nog 45 dagen duren voordat kerstavond aangebroken is en voor nu is het dan ook eerst zaak om me te concentreren op het studeren. Vandaag is het moment aangebroken dat het tweede blok van dit collegejaar van start gaat. Gelukkig heb ik me hier redelijk goed op kunnen voorbereiden in een week zonder colleges, al heb ik deze ook besteed aan andere nuttige bezigheden. Zo ging ik gewapend met museumkaart samen met een aantal vrienden (tevens mede-Hucbaldianen) langs het Rijksmuseum in Amsterdam. Deze dag was zo succesvol dat we tijdens onze terugreis meteen maar besloten de volgende dag richting Den Haag te gaan voor een bezoek aan het vorig jaar vernieuwde Mauritshuis.

Dit soort museumbezoeken zijn, voor mijzelf in ieder geval, bedoeld om de prachtige schilderijen van onder anderen Rembrandt, Vermeer en Van Gogh te bestuderen. Dit deed ik dan ook aandachtig samen met de speciaal gevormde museumbende, maar toch heb ik deze dagen weer eens gemerkt dat het onmogelijk is om mijn innerlijke muziekfanaat binnen te houden. We ontsnapten bijvoorbeeld even de drukte van het Rijks om te lunchen, waarna we ruim een half uur geobsedeerd naar een groepje straatmuzikanten stonden te luisteren in de fietstunnel onder het museum. Viool, bastuba en accordeons trokken onze aandacht met de overbekende klanken van Vivaldi en Pachelbel. We moesten dit gewoon horen en al die kunstwerken konden wel even wat langer wachten, de aantrekkingskracht van muziek is simpelweg te groot.

Ook in Den Haag vergaten we even alles om ons heen toen onzichtbare krachten ons naar een plein leidden. Het zal er ongetwijfeld komisch uitgezien hebben; op een rustig marktje zag men vier muziekwetenschapstudenten in hun natuurlijke habitat, neuzend door tientallen bakken gevuld met de mooiste platen. Als kippen zonder kop haastten we ons van kraam naar kraam en bij het lezen van de artiesten en titels werd de ene na de andere ‘OEH’ en ‘WAUW’ getriggerd. Het was moeizaam, maar toch heb ik mezelf ervan kunnen weerhouden zo’n vijftig platen te kopen. Na geruime tijd liep ik trots weg met slechts twee pareltjes en inmiddels hebben Bill Haley en The Beach Boys alweer heel wat toeren gedraaid op mijn Utrechtse kamertje. Na deze dagen kon ik niet anders dan concluderen dat het voor mij inmiddels onmogelijk is geworden nog maar ergens naartoe te gaan zonder met muziek bezig te zijn. Ik vertel jullie waarschijnlijk niks nieuws met de mededeling dat muziek overal is, maar toch wil ik het graag nog even benadrukken. Dat is toch prachtig?

nl_NL