PUP @ Melkweg, Amsterdam

25326

Pop-punk… Het vrolijke, onschuldige neefje van punk met een voorliefde voor piercings en skateboarden. Het genre ontstaat in de vroege jaren tachtig in California als een reactie op de plaatselijke ‘hardcore-punk’ scene en bereikt in de jaren negentig de mainstream met bands als Green Day, Bad Religion en Blink-182. Sindsdien heeft pop-punk nogal een slechte reputatie bij muziekliefhebbers gekregen (punkfans in het bijzonder!). Vele zien het genre als een poging van de muziekindustrie om de punkcultuur te exploiteren en zelfs bands als Green Day (die een verleden hebben in de ‘echte’ punk scene) worden vaak bestempeld als ‘sell-outs’, omdat hun muziek en image te ver van de originele ‘punk-spirit’ verwijderd zou zijn. Hoewel ik zelf een sterke voorkeur voor meer traditionele punk- en post-punk bands heb, vind ik dit soort claims kinderachtig en ietwat hypocriet: legendarische punkbands als Sex Pistols en The Clash waren razend populair en brachten hun muziek uit via grote platenlabels…. Daarbij is het vasthouden aan de originele ‘spirit’ van punk juist in strijd met, well… de originele spirit van punk; het verwerpen van het verleden en alles wat gangbaar en acceptabel is, om zo iets nieuws beginnen (“rip it up and start again”).

Dat gezegd hebbende: er zijn maar weinig pop-punk bands die mij écht aanspreken. Met name in de late jaren negentig (toen het genre zijn commercieel hoogtepunt bereikte) waren er zó veel matige, over-geproduceerde bands die de trend najaagde. En ik wil niet de conservatieve punk fan uithangen, maar acts als Good Charlotte, SR-71 en post-Dookie Green Day zijn amper van de gemiddelde boyband te onderscheiden! Zoeken naar goede pop-punk is als zoeken naar speld in een hooiberg als je het mij vraagt. Tenminste. Dat was het voor een lange tijd. Sinds het genre langzaam uit de top-40 is verdwenen, is er een gezonde, nieuwe pop-punk/emo/post-hardcore (hoe je het ook wil noemen) beweging in de underground ontstaan, met acts als Joyce Manor, Jeff Rosenstock, Modern Baseball, Remo Drive en mijn persoonlijke favoriet, PUP.

PUP is een vierkoppige band uit Toronto, Canada. De band begon in 2010 onder de naam ‘Topanga’ en heeft inmiddels met drie studio albums en meerdere tours door Europa en Amerika een behoorlijke cult-following gekregen. Zowel live als in de studio klinkt PUP rauw, enthousiast en vol energie. Verder laat hun muziek zich kenmerken door catchy hooks- en gitaarriffs; wilde, emotionele zangpartijen; en teksten over meisjes, junkfood, ongein trappen en opgroeien in de suburbs. Alle ingrediënten voor een goede pop-punk band dus. Op 6 november 2019 bezocht ik een concert van PUP in de Melkweg in Amsterdam. Het is zeker niet de eerste keer dat de band een show in Nederland speelt; afgelopen zomer stonden ze al op het Lowlands festival en in de kleine zaal van het Paradiso als onderdeel van hun Morbid Stuff Tour. Over het optreden in het Paradiso was ik zo enthousiast dat ik besloot om ze dit keer weer te gaan zien. Hoewel de band sinds Morbid Stuff (2019) geen nieuw album meer heeft uitgebracht en ik dus wist wat ik van het optreden kon verwachten, heb ik zeker geen spijt dat ik gegaan ben.

De band speelde net als vorige keer goed samen en kwam zelfs in de meest heftige, energieke nummers nog beheerst en professioneel over. Dit is vooral te danken aan het strakke spel van drummer Zack Mykula en bassist Nestor Chumak; een stevige basis waar de rest van de band lekker overheen kan raggen en brullen. Wanneer deze basis enigszins wegvalt in de rustigere stukken van de set (het begin van het nummer Scorpion Hill bijvoorbeeld) klinkt de band dan ook aanmerkelijk rommeliger. Toch was ik over het algemeen erg tevreden over de performance. Je merkt echt dat bands als PUP hun sporen hebben verdiend in het live-circuit en niet plotseling met een of ander hitje zijn doorgebroken, zoals in de MTV/FM-radio dagen van pop-punk vaak het geval was. Wel zou de band naar mijn mening wat meer variatie in hun repertoire mogen brengen. Ik snap dat pop-punk niet echt een genre van experiment of virtuositeit is, maar de eenvoudige akkoordenschema’s en allemaal-meeschreeuwen-refreinen werden wel erg voorspelbaar tegen het einde van de set.

Toch wist het enthousiasme van de bandleden en hun fans mijn aandacht erbij te houden. Het publiek was relatief jong voor de Melkweg; het gros zal amper zestien zijn geweest. En hoewel het edgy-tiener gehalte daardoor behoorlijk hoog lag, vond ik het nog altijd leuker dan een zaal vol met twintigers en dertigers waar iedereen met z’n armen over elkaar staat. De kiddos schreeuwde ieder woord mee en waren ook niet bang om massaal de moshpits in te duiken. Er waren zelfs behoorlijk wat stagedivers; iets wat je steeds minder ziet met de relatief strenge beveiliging in Nederlandse poppodia. Vooral tijdens nummers als Kids, DVP en powerballed Closure wist de band het publiek enorm goed mee te krijgen. Dit vond ik dan ook de sterkste nummers van de set. Het hoogtepunt van het optreden was echter toen de band plotseling hun Canadese schoolvriend/roadie (ik ben z’n naam helaas vergeten) op het podium riepen om het hardcore-punk achtige Reservoir mee te zingen. Voor het nummer af was lag de halve band al in het publiek te rotzooien. Wat een prachtshow.

Hoewel PUP en andere bands uit de huidige pop-punk scene op muzikaal gebied weinig nieuws te bieden hebben, weten zij het genre naar een nieuwe generatie te brengen door, in plaats van voort te borduren op het gladde, over geproduceerde geluid van de laatste generatie pop-punk bands, terug te grijpen op de dingen die het genre ooit zo fris en aantrekkelijk maakte: catchy melodieën, puberale teksten en bovenal, een jeugdig enthousiasme.

nl_NL