Floris Luijendijk en Marloes Neijens hebben op 5 februari eerstejaars Esmée Soetekouw geïnterviewd voor Humans of Hucbald.
Hoi Esmée, wil je jezelf even voorstellen?
“Ik ben Esmée, ik ben achttien jaar, en ik woon in Tilburg. En ik zit in het eerste jaar.”
Heb je hobby’s en/of interesses waar we vanaf moeten weten?
“Nee, hobby’s, daar doe ik niet aan. Nee grapje. Sorry. Ja nou, mijn hobby is zingen, gewoon all day every day. Ik zing vooral wel klassiek, opera, en in koren. En ik speel ook piano en gitaar. Naast muziek is mijn hobby vooral fotografie.”
(volg Esmées Instagram om haar fotografie te bekijken: @seriesofsouls)
Je zit dus bij een koor, of niet?
“Ja, ik zit eigenlijk op het moment bij twee koren. Één in Utrecht en één in Tilburg. Ze repeteren ook op dezelfde avond, dus dat is niet zo heel handig.”
Als je één instrument zou kunnen kiezen dat je meteen perfect zou kunnen bespelen, welke zou dit dan zijn?
“Ai, wat lastig. Uhm… Dan ga ik voor cello denk ik, want cello is zo mooi en gevoelig. En lastig, dus als ik dat meteen zou kunnen – dat zou wel top zijn.”
Waarom dan niet een viool?
“Ik vind viool ook wel mooi, maar het heeft niet de diepte van een cello. En je hebt ook gewoon zulke mooie cellostukken. Ja, je hebt ook mooie vioolstukken, maar die van cello vind ik dan nog net wat aantrekkelijker.
Ik was een keer in een ruimte met iemand die cello speelde, en die speelde echt één noot op de cello en ik dacht al gelijk, wauw, dat is echt geweldig, dat wil ik ook.”
Waarom dan niet een altviool?
*gelach*
Naar welke soort muziek luister je vooral?
“Mijn muzieksmaak is wel echt in de quarantaine heel erg verbreed. Eerst was ik echt wel een beetje vooral alleen van de folk enzo, en ook wel een beetje van moderne dingen. Maar nu luister ik ook heel erg veel naar soul, naar Franse chansons, en Spaanse salsamuziek. En ook een beetje naar rock ’n roll en blues. Ik ben tegenwoordig ook heel erg van de alternative-indie-dingen. Maar ja, ik vind dat ook zulke vage termen eigenlijk, weetjewel. Wat valt daar nou precies onder? Gewoon een beetje van die moderne, alternatieve dingen.”
Wat voor bands dan?
“Nou, de Fleet Foxes, Ocean Alley, Phoebe Bridgers… Wie zit er nog meer in mijn lijst… Half Moon Run is ook leuk.”
Wat is naar jouw mening het beste nummer/album aller tijden?
“Dat is sowieso best moeilijk, want ja… Ook van vóór de quarantaine. Sinds de quarantaine wel, maar daarvoor dacht ik ook niet in albums ofzo. Dat ben ik in de quarantaine een beetje gaan doen. Maar eh, even denken… Ja, dan toch wel Blue van Joni Mitchell.”
Heb je guilty pleasures, en zo ja, welke?
Ja, nou, het begon een beetje als een guilty pleasure, maar ik ben het wel echt goed gaan vinden: The 1975. O ja, dat is ook een alternative band. Het begon echt als een guilty pleasure, maar ik kan het nu niet meer scheiden van of ik het nou echt goed vind of niet. Dus ik denk dat dat mijn guilty pleasure is. En salsa luister ik tegenwoordig, daar kan ik echt goed op gaan.”
Waarom dan salsa, eigenlijk?
“Ja, misschien heeft de serie Jane the Virgin er een rol in gespeeld. Maar ja, ik weet het niet. Een vriend van me zit nu op salsadansen, en ik wilde dat ook. Maar aan hem waren ze zo van: ‘O, je mag naar de repetitie komen,’en aan mij was het: ‘O, de repetitie zit vol’. Dus ja, ik had me ook ingeschreven, maar ik mocht niet. En toen ben ik wel gewoon een beetje naar die muziek gaan luisteren, zo van zou ik dit wel echt willen. Toen dacht ik, ja, dit wil ik wel echt. Ik wil ook echt heel graag op salsadansen als het allemaal weer doorgaat.”
Waarom ben je muziekwetenschap gaan studeren?
“Ja, dat is een goeie. Ook echt super random besloten. Echt twee dagen voor de deadline dacht ik: oké, ik schrijf me in. Ik was ook nooit naar een open dag of meeloopdag geweest. Ik had ook auditie gedaan voor het conservatorium in Tilburg. Daar was ik eerst op de wachtlijst geplaatst. Toen dacht ik, oké, misschien moet ik dan wel een plan B hebben. En uiteindelijk was ik dus toch toegelaten, maar toen was ik al zo enthousiast over muziekwetenschap dat ik dat toen maar ben gaan doen.”
En hoezo dan Utrecht en niet Amsterdam?
“Dat was ook zo’n vraag op dat matchingsformulier. Ik had niet eens gekeken naar Amsterdam, want Amsterdam vind ik sowieso geen leuke stad. En toen, tijdens dat matchingsformulier, moest ik dus wel even een argument hebben, dus ging ik kijken wat ze in Amsterdam deden. In Amsterdam was er meer focus op etnomusicologie, dat hoeft van mij niet. Dus ja, Utrecht vind ik sowieso een leukere stad. En het is dichterbij.”
Bevalt de studie je een beetje?
“Ja, wel echt. Ik zit wel echt op mijn plek gewoon. Dus, zo zie je maar dat je niet altijd alles hoeft door te denken. Gewoon inschrijven, en het komt goed.”
En bevalt de studievereniging je ook een beetje?
“Ja, zeker, zeker. Ik vind het zo gezellig dat het zo klein is. Dat vind ik echt leuk.”
Wat vind je nou van de online lessen?
“Ja, echt, ik vind het zo stom. Maar ik denk niet dat er iemand is die gaat zeggen: ‘ja, leuk’. Ik heb sowieso mijn twijfels of het wel echt – nou ja, hoe zeg ik dit zonder heel controversieel te klinken… Kijk, bijvoorbeeld rechten heeft wel één keer per week, en andere studies mogen ook meerdere keren per week nog naar de faculteit, dus dan denk ik: waarom wij niet? Ik denk dat het wel mogelijk is in het echt, minstens één keer per week, zeker omdat we zo’n kleine studie zijn. Dus ik vind het jammer dat we dan níks in het echt doen.”
Is er nog iets wat je een keer met Hucbald zou willen doen, als alles weer kan?
“Ja, zoveel… Nou, eigenlijk ook gewoon de kleine dingetjes. Zoals op donderdagavond een real life Hucborrel. Maar ook een concert. Of een festival, en dan gewoon met zijn allen blijven slapen daar, op een camping, lijkt me echt wel leuk.”
Ga je ook mee met de studiereis?
“Ja, ik ga mee, ga jij ook mee?”
Waar ben je heel trots op?
“Wat een vraag… Waar ben ik heel trots op?” [na een tijdje nadenken] “Ik zit sinds dit jaar dus bij het Utrechts studentenkoor. En ik, als eerstejaars die helemaal niemand kende, heb de solo gekregen van het Requiem, dus dat vond ik wel leuk.”
Waar zie jij jezelf over 10 jaar ongeveer?
“Wat een levensvraag, oh my god, ik weet het niet! Daar zat ik de laatste tijd ook over na te denken, van wat wil ik nou in godsnaam met mijn leven. Eerst was mijn plan altijd om hierna naar het conservatorium te gaan, dan was sowieso mijn stem al wat volwassener, dat is handig bij opera. Maar nu weet ik niet meer zo goed of ik dat wil, en het is zo raar, als je ineens je plan in twijfel trekt. Je plan, dat je al heel lang hebt. Dat is zo raar ofzo. Want als je een plan te lang in je hoofd houdt, dan ga je er op een gegeven moment aan twijfelen, en daar ben ik nu.
Dus, over tien jaar, ik weet niet… Ik zie mezelf ook wel heel lang studeren. Nou ja, trouwens, misschien niet tot mijn achtentwintigste. Maar ja, als ik achtentwintig ben, dan ben ik net in het werkveld, en dan woon ik hopelijk in Engeland. Want dat is wel mijn plan. Of in Frankrijk. En dan heb ik een supercoole baan waar ik heel erg gelukkig mee ben…” [lacht]
Wil je ook een master doen hierna, of niet?
“Ja, dat weet ik dus nog niet zo goed… Het is óf een master, óf een andere studie. Of ik doe dus conservatorium, na mijn bachelor. Of wel een master… Ik wil sowieso naar het buitenland, dat wel. En dan is het het plan om gewoon daar te blijven hangen.”
Waarom wil je zo graag naar het buitenland eigenlijk?
“Ik heb sowieso wel een passie voor taal, dus ik wil wel echt graag nog ooit in mijn leven Italiaans en Frans leren. Ook heb ik echt een obsessie met Engeland, en ik wil ook gewoon zo graag dat Engelse accent volledig bemachtigen.
Maar ja, ik weet niet, ik heb Nederland op zich wel gezien. Nou ja, dat klinkt nu stom… Gewoon, altijd als ik in het buitenland ben, heb ik zo’n soort kriebel, en dan denk ik: ik moet wel gewoon meer van de wereld zien. En een andere cultuur beleven.”
Heb je nog een laatste wijsheid om te delen met ons en met de rest van Hucbald?
“Ja, ik heb wel een leuke quote. Het is mijn favoriete quote: ‘Een mens heeft twee levens. Het tweede leven begint wanneer hij realiseert dat hij er maar één heeft.’ Die is wel leuk, toch? Die is van Confucius.”