Pendant Rijst

Pandanrijst

Dit jaar was misschien wel de beste 4 mei van mijn leven. Weliswaar heb ik vorig jaar ook meegedaan aan het herdenkingsproject, en heb ik met evenveel enthousiasme meegezongen aan het prachtige Requiem van Cherubini, maar dit jaar… Ik heb er geen woorden voor. Elke repetitie was gewoon buitengewoon gezellig en leuk, ook omdat wij dit jaar gezegend waren met een jonge, enthousiaste en gepassioneerde dirigent als Olaf. De dag van het concert zelf was daarom ook buitengewoon speciaal en ongekend. 

Het voelt tegelijkertijd ook zo raar. We hebben de afgelopen drie maanden gewoon (bijna) elke week gerepeteerd met z’n allen, en nu is het gewoon klaar. Of nog beter gezegd: we hebben elke week met zijn allen gezongen, en als er iets is wat gewoon voor de meest wholesome vibe ooit kan zorgen, dan is dat wel samen muziek maken. Samen zingen brengt een bepaalde vibe met zich mee waarbij je elkaar letterlijk kan aanvoelen om samen tot de juiste harmonie te komen. Ik kan het niet anders uitleggen, het is gewoon zo wholesome en fijn. Daarom kijk ik ook met een uiterst nostalgisch gevoel terug op alle repetitiedagen en bovenal het concert zelf, en de meer dan terechte borrel die erna volgde!

Er is één specifiek moment geweest dat dit herdenkingsconcert voor mij uiteindelijk compleet maakte: naast het Requiem van Fauré hebben wij natuurlijk ook de compositie van Davin Mosterd gezongen (La paix éternelle), en tijdens de repetities waar wij dit stuk behandelden, werd de nadruk ook vaak gelegd op de juiste Franse uitspraak. Eén van de zinnetjes uit de tekst begon met “Pendant que …”, en terwijl Olaf uitlegde hoe wij dit zo Frans mogelijk uit moesten spreken, zei ik op een gegeven moment hard op: “Denk aan Pandanrijst!”. Naast mij stond Einar, net als ik ook een bas, en die moest om mijn uitspraak ontzettend hard lachen. Sindsdien was dat eigenlijk een standaard woordgrapje gebleven bij de meeste repetities, waarbij ik mij soms echt moest inhouden om niet bij dat specifieke stukje in lachen uit te barsten. 

Met deze simpele maar mooie herinnering in mijn achterhoofd heb ik last-minute, op de dag van het concert, besloten om een kleinigheidje te kopen voor Einar. Toen wij na het concert backstage onze jassen en tassen aan het pakken waren vertelde ik Einar dat ik nog een kleinigheidje voor hem had: “Opdat jij nooit vergeet hoe je het woordje ‘tijdens’ op zijn Frans uitspreekt”. Vervolgens gaf ik hem een pak Pandanrijst. Zijn reactie was echt ongelooflijk wholesome. Niet alleen barstte hij in lachen uit, maar hij werd er zelfs een klein beetje emotioneel van – een gevoel dat volgens mij gepaard ging met het feit dat wij (tevergeefs) het fantastische concert achter de rug hadden. Einar bleef niet lang met de rest van ons naborrelen, maar wel lang genoeg om nog even kwijt te kunnen hoe blij hij was met zijn gekregen pak Pandanrijst. Naar eigen zeggen had hij zijn enthousiasme goed uitgehuild bij zijn vriendin, voordat hij onze kant opkwam. Ook stond hij erop dat ik mijn handtekening achterliet op de verpakking, wat subtiel genoeg verliep dat ik per ongeluk een gat in de verpakking heb geprikt. Het maakte Einar allemaal niks uit, want hij beloofde de verpakking op zijn trofeeënplank te bewaren. Na afscheid genomen te hebben kon ik op afstandje toekijken hoe Einar onderweg naar de uitgang vol enthousiasme aan meerdere mensen (waaronder Olaf) dolblij zijn trofee liet zien: “Kijk! Ik heb een pak Pandanrijst gekregen!!”. Ik krijg gewoon iedere keer weer een grijns op mijn gezicht wanneer ik hieraan denk.

Het zijn de kleine dingen die een bepaalde ervaring een onvergetelijk geheel maken, maar ik had oprecht nooit verwacht dat ik iemand zó blij heb kunnen maken met een simpel pak Pandanrijst (tevens de beste rijst 😉 ). Nu zal ik voor de rest van mijn leven het Requiem van Fauré (het Fauréquiem) associëren met Pandanrijst. Ik ben daarom ook heel benieuwd wat het Requiem van volgend jaar te bieden heeft, en bovenal wie ik net zo blij kan maken (en waarmee) als Einar dit jaar😊.

nl_NL