Humans of Hucbald: Daniël Knies

Een foto van Daniël.

Op een zonovergoten vrijdag in februari (de wonderen zijn de wereld nog niet uit) doken Jikke & Luc de SVO bar in om te gaan babbelen met Daniël. Hoe verloopt zijn eerste jaar? Hoe is ‘ie in Utrecht bij Muziekwetenschap terecht gekomen? En, liever Alvin & the Chipmunks of Roxy Dekker? We vragen hem binnen een halfuurtje het spreekwoordelijke hemd van het lijf.

Daniël is lekker bezig. Als eerstejaarsstudent binnen Hucbald is hij voorzitter van de reiscommissie, heeft hij al zijn vakken tot nu toe gehaald, en maakt hij elke dag de mengelmoes aan accenten en dialecten in de collegezaal rijker met zijn klinkend Purmerends. Hij is nuchter, altijd eerlijk, en is altijd in voor een goed gesprek.

First things first; Daniël, hoe gaat ie? De woorden ‘goed’, ‘prima’ of ‘gaat wel’ zijn verboden 😉

Het gaat oké! Ik heb tot nu toe al mijn vakken gehaald, dus op schoolniveau ben ik best tevreden. Ik heb verder een hekel aan de NS gekregen, maar ik mag nu wel compensatie aanvragen van gisteren (extreme vertraging, red.). Het is gewoon heel erg klote. Maar, met mij gaat het naar omstandigheden prima.”

Was de 8-jarige Daniël er ook al van overtuigd dat Muziekwetenschap de place to be zou zijn?

Nou, nee, ik was daar niet mee bezig. Ik ging naar school om naar huis te gaan, en dan het uurtje per dag dat ik op mijn DS mocht spelen op mijn DS te spelen, me verder kapot te vervelen, en dan naar bed te gaan. Op een gegeven moment begon ik met zingen, dat was in het begin niet heel erg goed. Tot vorig jaar! Dat heeft me wel richting muziek toe gehaald. De muziek die ik luister is veelal muziek die ik van mijn ouders heb meegekregen; mijn favoriete lijst staat vol met hun muziek. Ik heb nooit van muziek gedacht dat ik er mijn werk van zou willen maken; ik dacht altijd dat ik architect zou worden, totdat ik opeens een vakkenpakket moest kiezen. Toen dacht ik, ehh, N&T, dat gaan we dus mooi niet doen! Daarna wist ik het niet meer, en toch ben ik hier. En nu weet ik dat ik bij de radio wil gaan werken!”

Wie of wat heeft je uiteindelijk overgehaald om Muziekwetenschap te studeren?

“Lynn, mijn vriendin! Ik had geen idee welke opleiding ik wilde doen. Ik wilde eerst het conservatorium in Groningen gaan doen, maar met mijn éénjarige zangervaring was dat natuurlijk ‘out of my league’, dus dat is ‘m niet geworden. Toen ging Lynn uiteindelijk overal kijken, kwam ze hier met mijn moeder in Utrecht bij de open dag terecht, en toen dacht mijn moeder ‘Nou, dit is wel wat voor Daniël!’. Daarop dacht ik, nou, misschien moet ik het dan toch maar doen! Ik wist niks anders, en bij het lezen van de eerste zin van de beschrijving van de studie dacht ik ‘laten we het maar gewoon doen’. En nu bevalt het me wel!”

Hoe zou je het eerste jaar Muziekwetenschap tot nu toe beschrijven?

Moe, maar voldaan. Ik heb alleen maar voldoendes. Ik maak me wel een beetje zorgen om mijn leermethodes, want ik maak aantekeningen in de les, en dan weet ik alles nog toevallig, maar er zal een dag komen dat ik het niet weet, en dan ga ik op mijn muil. En verder is het nu klote, omdat ik 3 keer in de week behoorlijk vroeg op moet staan.”

Vroeg opstaan? Vanuit waar moet je naar Utrecht afreizen?

“Ik woon vlak over de grens in Duitsland. En om hier op tijd te zijn, moet ik om 06:30 vertrekken met de auto richting station Coevorden, waar mijn trein om 07:00 vertrekt. Een gezond mens staat dan een uur vantevoren op, dus om 05:30, maar ik doe het liever om 06:15. Een enkeltje van 2.5 uur dus!”

Coevorden? Waar ligt dat nou weer? Wat heftig!

“Nou, Coevorden ligt dus zover in het oosten van het land, dat niemand in het westen van het land weet waar dat is. Het ligt onder Emmen, in Drenthe.”

Hoe zag jouw muzikale vorming eruit? Is er een Lil Kleine fase geweest?

Mijn meest vormende ding was dat wij op vakantie gingen, en dat mijn moeder allemaal mixtapes op CD voor in de auto had gemaakt. Er zaten ook een aantal albums tussen. Die gingen een jaar lang de auto niet uit, dus toen ik 4 was, kende ik die al vanbuiten. Er was één album dat opviel, van Billy Joel. Bij het liedje ‘Pianoman’ wordt het stukje “well, we’re all-in the mood for a melody” gezongen, en mijn zus heet Melanie, dus wij dachten dat het “well, we’re all in the mood for a Melanie” was. Dat vonden we dan helemaal geweldig! Dat soort momenten hebben me de muzikale kant opgestuurd, omdat het gewoon mijn vermaak werd. Toen begon ik halverwege de basisschool met zingen, en dat heeft me een soort passie voor muziek gegeven. Ik kon niet in key zingen, maar dat lukt me nu beter, omdat ik het nu heb leren doen.”

“Wat was het tweede deel van de vraag?”

Of je een Lil Kleine fase hebt gehad!

“Oh! Nou, nee. Ik ga ervan uit dat je daarmee bedoelt dat ik het leuk vond om naar te luisteren. Op de basisschool was er wel sprake van ‘ik wil erbij horen, dus ik ga ernaar luisteren’. Ik kan ‘Krantenwijk’, ‘Loterij’ en ‘Alleen’ enzovoorts van A tot Z meezingen, maar echt een fase was het niet!”

En dan nu dus Billy Joel. Welke 3 nummers zou je naar een onbewoond eiland mee kunnen nemen?

Ten eerste zou ik ‘Scenes from an Italian restaurant’ meenemen, want dat is een meesterwerk. Het is prachtig, en het duurt heel lang, dus dan heb je iedere keer 7,5 minuut weggespeeld. De rest kiezen is moeilijk, ik scroll even door alle 127 nummers in mijn hoofd…”

Heeft de bestemming van de Hucreis van dit jaar wellicht een plaats in die top 3?

“Oh, nou, niet echt. Ik ben zo iemand die een hekel krijgt aan liedjes op het moment dat ze grijsgedraaid worden. Wat heel jammer is, aangezien Vienna echt een geweldig goed nummer is, maar het is gewoon niet dat ik er dan een gevoel bij heb ofzo.”

“Ik zou verder dan ‘And so it goes’ meenemen, want het is het eerste nummer dat ik op piano volledig heb leren spelen, en het is een supermooi nummer!”

Ben je ook tegen Piano Man?

“‘Piano Man’ is een controversiëel geval, want het is een leuke meezinger, en het is altijd raak, maar het is telkens hetzelfde en heel eenvoudig. Het gaat nergens heen, eigenlijk. Maar melodisch vind ik ‘m wel heel leuk om te horen! En ik heb ‘m een keer live gedaan, dus dat is leuk. Maar ik zou ‘Piano Man’ wél bij mijn top 3 zetten, puur vanwege de harmonica. Ik speel mondharmonica, en ik kan dan meejammen met het nummer!”

Leipe shit. Heb je ‘m wel eens live gezien?

Op 7 juni komt hij naar Edinburgh, in Schotland, en daar ga ik toevallig heen! Dus dat is superleuk. Ik ga elders in juni naar The Billy Joel Experience, en die hebben dan de drummer die op zijn albums gespeeld heeft te gast. Daar heb ik heel veel zin in! Ik heb The Billy Joel Experience ook al eerder gezien.”

Was dat het leukste concert dat je hebt meegemaakt?

“Nee, want als je iemands muziek dan zo hoog in het vaandel hebt staan, word je erg kritisch op andere muzikanten die dan zijn muziek spelen. Je gaat dan op de details letten, dus hier en daar herken je dan dingen die niet kloppen. Los van het meekrijsen van de lyrics was ik dan teveel bezig met het letten op de details. Mijn leukste concert was van Michael Bublé, in maart 2023, samen met mijn vriendin. Dat was ook mijn eerste concert ooit! Die lyrics kon ik ook helemaal meeblèren. Het was in de achterste rij helemaal bovenaan in de Ziggo Dome, naast de airconditioning, dus dat was superchill, want het was enorm warm daarbinnen!”

Liever Roxy Dekker of Alvin & the Chipmunks?

“Alvin & the Chipmunks doen nummers die wél goed zijn, dus dan maar Alvin & the Chipmunks. Ik heb over Roxy Dekker niet veel goeds te zeggen, maar ik val ook niet in de doelgroep van haar muziek, denk ik. Ze maakt muziek voor de kroegtijgers in Nederland, en zo ben ik niet, dus ik heb daar gewoon niks mee.”

Wat is dan wél je guilty pleasure?

“Het album ‘Whenever you need somebody’ van Rick Astley! Dat is gewoon superleuk. Als ze die in de Poema draaien, dan kom ik wel!”

Oké, voor nu even genoeg gebabbeld over muziek. Ik vraag me af, wat is iets dat weinig mensen over jou weten?

“Ik heb een modelbaan! Vanaf de basisschool vond ik treinen al geweldig, maar ik heb het altijd een beetje verscholen, omdat ik er vroeger mee gepest werd. Daarom weten niet heel veel mensen het over mij; ik heb bijvoorbeeld een jaar gewacht met het vertellen erover aan mijn vriendin. Ik heb thuis een tafel in elkaar gezet, en ben er erg tevreden mee!“

(De interviewers benadrukken hoe cool treinen zijn!)

Is de Märklin-winkel in het centrum dan jouw favoriete plekkie in Utrecht?

“Kuijpers Hobbyhuis? Ja, dat denk ik wel, ja! Het is een soort walhalla, het is echt prachtig!”

Waar hou je je buiten de studie om zoal mee bezig?

“Vanalles! Ik ben zo’n persoon die in vlagen leeft, dus kan mezelf helemaal storten in een ding voor een dag, en dan de volgende keer weer wat anders. Dat kan de modelbaan zijn thuis, of dat kan bijvoorbeeld muziek zijn – ik heb gisteren nog wat proberen te componeren – en zingen hoort daar ook bij.”

Zijn er dingen die je zou willen doen als je meer tijd had?

“Nou, ik heb iets wat studenten niet hebben, en dat is tijd! Zoals ik eerder al zei studeer ik niet echt, dus mis ik eigenlijk alleen geld. Ik doe nu al alles wat ik wil doen met de tijd die ik over heb.”

Wat zou een wijze les zijn voor onze mede-Hucbaldianen?

“Neem wat andere mensen zeggen niet meteen ter harte; kijk zelf wat je ervan vindt voordat je iemands mening overneemt. Zeker online, waar nogal snel een conclusie wordt getrokken, zonder dat er daadwerkelijk naar iets wordt gekeken. Daardoor krijg je polarisatie, en daardoor gaan mensen naar extremen toe.”

Dat was ‘m, enorm bedankt voor je antwoorden!

“Jullie bedankt voor de interesse!”

nl_NL